Boeken / Fictie

Harold had het vast leuk gevonden

recensie: Vrouwkje Tuinman - De rouwclub

.

In 2010 verscheen van Vrouwkje Tuinman het boekje Intensive Care. Ze schreef daarin naar aanleiding van de dood van haar beste vriend Frodo Bootsman: ‘Ik vind dat nu wel iemand anders een tijdje dood mag zijn.’ Bootsman overleed samen met zijn vriendin na een auto-ongeluk en enkele dagen coma. In een interview uit die tijd zegt Tuinman daarover:

Tot Frodo’s dood had ik nooit de drang om me emotioneel te uiten in wat ik schrijf, maar dat is veranderd. Ik kan ook nergens anders over schrijven. Wat ik schrijf heeft een andere toon en intensiteit gekregen.

Klare taal
Die urgentie is in De rouwclub nog niet afgenomen. In beheerst en nauwkeurig proza beschrijft Vrouwkje Tuinman de gedragingen van een groep jonge mensen na de onverwachte en voor hen onaanvaardbare dood van een goede vriend. De 35-jarige Harold Wezeman bezoekt een festival waar hij in een mensenmassa in de verdrukking komt. Hij raakt in een coma en overlijdt na enkele dagen. Men verzamelt zich rondom het bed, waar Harolds beste vriendin Emma vaststelt dat de werkelijkheid anders is dan in de meeste films:

In het echt bevond je je met te veel mensen in een te klein kamertje, dat naar slaap rook en vol jassen lag. De ondeskundigen zaten op een rijtje alsof ze net door een bal geraakt waren en moesten wachten op de volgende ronde, terwijl de deskundigen rechtop doorspeelden.

Dit soort klare taal kenmerkt de roman die voortdurend net niet te sentimenteel wordt. Zeker niet in de hoofdstukken waarin het perspectief bij Emma ligt. Voor haar is het feit dat haar beste vriend opeens verdwenen is zo onwerkelijk dat ze weigert toe te geven aan iets passiefs als rouw. Juist daarom maakt ze veel indruk. Hoe beter je haar leert kennen, hoe minder woorden er nodig zijn om je te raken. Ze rent van hot naar her, regelt alles wat er geregeld moet worden en kotst in de wc op momenten dat ze zich eigenlijk zou moeten laten troosten.

Kleine ontknopingen
Het is wonderlijk hoe een verhaal dat geen enkele spanningsboog bevat, toch zo dwingt tot verder lezen. De personages, enkel verbonden door hun gezamenlijke vriend, klitten samen en noemen zichzelf na enige tijd ‘de rouwclub’. Ze timmeren een kist, ruziën en drinken bier in Harolds huis en gaan op zijn verjaardag zelfs met z’n allen naar de Efteling. Veel meer dan dat gebeurt er niet, maar het is genoeg. Op de kleine ontknopingen die aan het einde van de roman toch nog volgen, zit je eigenlijk niet eens te wachten.

Deze roman moest en zou er komen. Dat spat van elke pagina af. Het is geen vrolijk boek, maar zo geconcentreerd geschreven dat het toch enige troost biedt. Omdat het gaat om nabijheid, om mooie dingen die uit ellende kunnen voortkomen, hoe stom dat ook klinkt. Zoals Emma het steeds bezwerend zegt: ‘Harold had het vast leuk gevonden.’ Daarom: lees dit boek. U mag het wel een tijdje van me lenen.