Boeken / Fictie

Laconieke novelles vol antihelden

recensie: Vladimir Makanin - Geslaagd verhaal over de liefde

Er zijn maar weinig landen die zoveel fascinatie oproepen als Rusland. Het is het land waar misdaad en commercie hand in hand gaan met politiek en cultuur. Een land waarin de schrijvers bijkans tot wanhoop worden gedreven, doordat hun geschriften niet langer subversief en aanstootgevend zijn en ze ongevaarlijk en irrelevant zijn geworden. Een land waar desondanks nog steeds prachtige literatuur wordt geschreven, zoals Vladimir Makanin maar weer eens bewijst met de recentelijk door Gerard Cruys vertaalde bundel Geslaagd verhaal over de liefde: zes novellen.

Makanin verkreeg wereldfaam met zijn in 1998 geschreven roman Underground of een held van onze tijd, een oerboek over het Rusland van na de Perestrojka vol echo’s uit de rijke traditie van de Russische literatuur. Tot die tijd schreef Makanin vooral ‘povesti’ (novelles of korte romans) die hem een vaste, maar weinig controversiële plaats in de Russische letteren verschaften. Zelfs de censuur had maar weinig op hem aan te merken en hij was zodoende een van de weinige schrijvers die zijn werk tijdens het communistische tijdperk kon publiceren. Ondertussen is de nu bijna 70-jarige Makanin dan toch maar uitgegroeid tot een van de meest belangrijke Russische schrijvers en heeft hij in eigen land alle belangrijke prijzen reeds gewonnen.

Portretten

Stilistisch gezien is Makanin een nazaat van Andrej Platonov. Zijn novellen zijn laconiek van toon en van een overkoepelend plot met bijbehorende intrige is amper sprake. De zes novellen zijn dan ook eerder portretten dan verhalen te noemen. De personages worden telkens ingebed in een uitvoerig beschreven sociale leefwereld, zonder ermee samen te vallen. Vaak kunnen ze juist niet goed omgaan met de omstandigheden waarin ze verzeild zijn geraakt. Zo reageren de gevangenen uit De letter A op groteske wijze op hun toenemende vrijheid. Ze vluchten niet weg van de onheilsplek waar het lot hun gebracht heeft, maar blijven er rondhangen; onderwijl een spoor van vernieling achterlatend.

Onbedwingbare woede

Naar mate de bundel vordert worden de novellen steeds beter. Terwijl de eerste twee novellen nog vrijwel geheel worden gedicteerd door de tegenstelling tussen de communistische onderdrukking en de nieuwe tijd, verdwijnt deze thematiek langzamerhand meer naar de achtergrond. De personages krijgen daarmee een universeler karakter en worden de lezer vertrouwder. Zoals in ‘Een antileider’ waar de rustige Koerenkov alles over zijn kant laat gaan, tot de haat bij hem naar binnen sluipt en hij door een onbedwingbare woede wordt overmand. Met alle gevaren van dien, want als gewone Rus belandt je maar zo in een van de heropvoedingskampen. Wat dan ook prompt gebeurt.

Instinct

Hoewel velen Makanin vergeleken hebben met Dostojevski, bestaat er nauwelijks verwantschap tussen deze twee schrijvers. Het pathos en de gemangelde zelfreflectie van Dostojevski’s personages ontbreken vrijwel volledig bij de antihelden van Makanin. Ze worden slechts gedreven door hun instinct en door de uit gewoonte en noodzaak voortkomende zorg voor elkaar. Ze zijn bezig met overleven en hebben lak aan morele scrupules. Dat is de werkelijkheid die Makanin beschrijft, hij geeft er geen oordeel over en komt niet met alternatieven voor een betere wereld. Hij laat daarentegen zien hoe alledaagse mensen met hun kleine en grote problemen worstelen.

Duistere symfonie

Waar de hemel de heuvels raakte, de laatste novelle, valt zowel qua inhoud als qua structuur enigszins uit de toon bij de andere vijf. Centraal staat Basjilov, een wees uit een minuscuul arbeidersdorp die zich op heeft weten te werken tot een nationaal bekend componist. De basis van zijn muzikale kunnen is gelegd met het zingen en begeleiden van de vele liederen die zijn geboortedorp rijk was. Als hij na vele jaren terugkomt, begint een oud besje met krijsende stem te gillen: “Hij heeft de sappen weggezogen! Onze zielen heeft hij uitgezogen!” Eerst besteed hij hier geen aandacht aan, maar langzaamaan beseft hij dat hij inderdaad ‘schuldig’ is aan de roof van de oorspronkelijke muziek van het dorp. Met deze door zijn ‘schuld’ geobsedeerde musicus creëert Makanin een zenuwslopend verhaal in de beste traditie van Hoffmann en Poe, dat aanzwelt als een duistere symfonie die elk moment in een explosie kan uitmonden. Deze voor Makanin atypische novelle is misschien wel de beste van de bundel, het doet je hart gloeien van een dubbelzinnig geluk.