Boeken / Fictie

In de zon kijken

recensie: Vincent Overeem - Tobi

.

In de proloog zeulen twee jongens een dood meisjeslichaam door het bos. Ze schoppen uiteindelijk wat bladeren over haar heen en keren in grote verwarring terug naar huis. De jongens zijn Tobi – alleen door zijn moeder voluit Tobias genoemd – en zijn vriend David. Het meisje heet Nickie. Zo vangt de roman aan met de slotscène, waarna in tien gespannen hoofdstukken met omtrekkende bewegingen getoond wordt wie deze jonge mensen zijn, en wat Tobi bedoelt wanneer hij op de terugweg zijn angst probeert te bezweren:

Het lag aan die tuin, houd ik me dikwijls voor. Het lag aan die ellendige verwaarloosde tuin van ons oude huis, waar ik na mijn moeders dood steeds naar terugkeer, om te zwemmen in een zwembad dat met de dag troebeler wordt. Het lag aan dat gigantische huis, dat mijn vader direct na de begrafenis te koop heeft gezet. Het lag aan de dingen, niet aan de mensen, niet aan mij.

Onschuld en onwetendheid
In deze roman is het altijd zomer. Met drukkende hitte, flinke regenbuien en eindeloze dagen bij het zwembad in de grote tuin. Als Tobi zeven is, wordt hij ziek, vlak voor de dag dat zijn familie op vakantie wil gaan. Zijn vader, zus Pam en broer Harold vertrekken alvast naar de zee, zijn moeder blijft bij Tobi met het voornemen achter de rest aan te reizen zodra hij weer beter is. Maar als het zover is, maakt zijn moeder geen aanstalten te vertrekken. Ze gaat zich steeds vreemder gedragen. Na een paar dagen is er geen eten meer in huis en zit zijn moeder in haar nachtjapon op de bodem van het lege zwembad te rillen en te huilen.

In Tobi wordt met grote voorzichtigheid een trauma blootgelegd dat alle personages tegen wil en dank met elkaar verbindt. Behalve Tobi, want hij was pas drie jaar oud en weet niet meer wat er destijds gebeurde. Door alle anderen wordt voornamelijk gezwegen. Misschien om Tobi te beschermen, die onschuldig moet blijven. Maar ook uit onmacht: ze doen maar wat. Het huis en de tuin, de moeder en zelfs de hond: alles barst zowat uit de voegen van al dat zwijgen. Als de moeder van Tobi een eind aan haar leven maakt, wordt het voor Tobi alleen nog maar ingewikkelder. Niemand vertelt hem iets, behalve dan dat hij uit de buurt moet blijven van Nickie: het meisje dat hem opzoekt aan de rand van het zwembad.

Elektrisch geladen
In Tobi’s jonge ogen is Nickie een onweerstaanbaar mooi en interessant meisje, dat elke seconde van bui kan veranderen. Ze doet hem denken aan zijn moeder, voor wiens grillen hij ook nooit bang was. Hij wil bij haar zijn, antwoorden krijgen en toch ook graag met haar kussen. De lezer ziet echter vooral een beschadigd meisje, dat wanhopig op zoek is naar iemand die met andere ogen naar haar kijkt dan haar vader doet. Zo is er steeds de spanning tussen wat de lezer al weet van wat er in de wereld te koop is, en de onschuld van Tobi.

Deze spanning blijft op elke pagina overeind. Bovendien staat de roman propvol mooie dialogen en scènes. Werkelijk elk personage en elke relatie tussen hen is interessant. Tobi lijkt elektrisch geladen, iedereen en elke plek zit vol betekenis. Er valt geen mus van het dak zonder dat het iets wil zeggen, maar wat het zegt blijft aan de lezer. Tobi spookt, roept weerzin op en stelt herhaaldelijk de vraag: ligt het aan de mensen, of aan de dingen?

Geen toezicht
Schreef ik vorig jaar nog over de roman Havik van Marco Kamphuis, en waar het in dat boek aan ontbrak: Tobi voldoet juist precies aan die wensen. Deze roman is scherp en verontrustend. Het is: lezen en in willen grijpen. Het kind willen redden. Maar in het universum van Vincent Overeem bestaat niet zoiets als jeugdzorg. Geen oplettende tante of schooljuf. Er is alleen het beklemmende dorp, vol dolende zielen. En er is het verschil tussen gek en niet gek. Tobi laat elk oordeel over aan de lezer.