Boeken / Non-fictie

Boeken hoeven niet gered te worden

recensie: Umberto Eco & Jean-Claude Carrière (vert. L van Nes) - Zo makkelijk kom je niet van boeken af

Kunnen Umberto Eco en Jean-Claude Carrière ons vertellen of boeken ooit zullen verdwijnen?  Nee. Maar ze weten er wel veel over te vertellen. Journalist Jean-Phillipe de Tonnac begeleidt de twee heren op een wandeling door hun eigen bibliofiele wereld. Het gesprek gaat alle kanten op en toont vooral de leerzaamheid van het gedrukte medium.

In iets wat een grote associatie lijkt te zijn, halen Eco en Carrière hun feitenkennis over cultuur aan. De vraag wat hen nu eigenlijk drijft om zo veel boeken te verzamelen (Eco heeft een bibliotheek van ongeveer 50.000 boeken), levert onverwachte maar kleurrijke bespiegelingen op. Zo zou het boek als het wiel zijn: een object dat sinds zijn uitvinding nooit meer verbeterd is, omdat het nu eenmaal goed werkt. Maar de inzichten zijn niet altijd zo scherp. Vaak lijken de gesprekspartners de vraag van De Tonnac vergeten te zijn, en praten zij honderduit over wat ze allemaal weten. Het resultaat is een stortvloed van obscure auteurs en werken, die ongetwijfeld allemaal het lezen waard zijn.

Interview
Dat De Tonnac zo af en toe de discussie bijstuurt, is erg wenselijk. Het enige duidelijke punt van de gesprekken is vaak het beginpunt. Op dat moment stelt de gespreksleider zijn vragen. De antwoorden bestaan uit gedachtewisselingen tussen Eco en Carrière. Zij voelen zich duidelijk erg gemakkelijk in deze positie: ook in Gesprekken over het einde der tijden bespreken zij hun inzichten, maar dan over de eeuwwisseling.

De vraag of het boek ooit zal verdwijnen, is nauwelijks relevant. Uiteraard zal het overleven, het is er immers al eeuwen. Er is geen redding nodig: tot nu toe heeft nog geen enkel medium het boek kunnen verdringen. En de e-books dan? Die bestaan in de toekomst gewoon naast hun papieren tegenhangers. Boeken zullen hoogstens zeldzamer worden. En bovendien: incunabelen worden toch ook nog steeds gelezen?

Domheid en filtering
Volgens Eco en Carrière mogen bij het praten over cultuur twee ideeën beslist niet achterwege blijven. In het hoofdstuk ‘Onze kennis van het verleden hebben we te danken aan idioten, imbecielen of tegenstanders’ leggen zij het eerste idee uit. Domheid is een grote drijfveer van culturele ontwikkeling. Athanasius Kircher, een ‘Duitse jezuïet uit de zeventiende eeuw’, is hierin een favoriet van beide gesprekspartners. En dat is bijzonder, want hun kennisgebieden verschillen nogal van elkaar. Kircher schreef over talrijke wetenschappelijke onderwerpen, en hij zat er behoorlijk vaak naast. Aan het einde van de Renaissance was de wetenschap immers niet ver gevorderd. Juist door zijn vergissingen biedt Kircher ons een historisch venster.

Het tweede idee gaat over filtering. ‘Wat wij aanduiden als cultuur, is in werkelijkheid een langdurig proces van selectie en filtering.’ Hoeveel papier is er niet verbrand door de Inquisitie, of simpelweg verknipt om als opvulling te dienen voor de rug van andere boeken? En ook tegenwoordig treedt er filtering op, legt regisseur Carrière uit. De islam wordt bijvoorbeeld ‘gereduceerd tot die ene terroristische gewelddaad’. En dat terwijl er in de Arabisch-islamitische wereld zo veel briljants en moois geschreven is. Kortom, wat we nu erfgoed hebben, is in werkelijkheid maar een gedeelte van onze cultuur.

Ondanks deze scherpe inzichten is Zo makkelijk kom je niet van boeken af vooral interessant voor de echte liefhebber. De toon van de discussie is prettig en toegankelijk, en dat mag ook wel: de opsommingen van obscure auteurs en oude boeken zijn behoorlijk lang. Maar ook deze twee erudiete heren begrijpen dat je niet alles kunt lezen. Een grote bibliotheek is vooral een belofte van kennis, zo stellen zij ons gerust.