Boeken / Fictie

Geen Da Vinci Code

recensie: Tomas Ross - De tweede verlosser

Een inleiding moet de lezer nieuwsgierig maken naar de rest van het verhaal. De proloog van De tweede verlosser van Tomas Ross doet dat zeer zeker. Als lezer vraag je jezelf meteen af waar de schrijver met deze mysterieuze verwikkelingen naar toe wil.

Het geeft het boek ook meteen een spannende, internationale setting mee. Dit belooft een verhaal te worden dat letterlijk en figuurlijk onze landsgrenzen gaat ontstijgen. 

In de proloog zien we namelijk een archeoloog die in Jeruzalem op zoek is naar bewijs van de verblijfplaats van Jezus tussen zijn twaalfde en dertigste levensjaar. Dit is een periode uit Jezus’ leven waarover al eeuwen onduidelijkheid bestaat. Deze archeoloog schijnt, ziekelijk fanatiek, iets op het spoor te zijn wat aan die onduidelijkheid een eind kan maken.

Brown
Met deze opening lijkt Tomas Ross een verhaal à la De Da Vinci Code te introduceren. Met elementen als de Essenen (een joodse religieuze sekte), het genootschap van de Zwanenbroeders (waarvan koningin Beatrix lid schijnt te zijn) en verwijzingen naar personen als de Bankier van God (in werkelijkheid Roberto Calvi, die aan het hoofd stond van de Banco Ambrosiano en die in 1982 onder verdachte omstandigheden dood werd aangetroffen) is alles aanwezig om een Dan Brownachtige intrige op te bouwen.

Helaas ontwikkelt het verhaal zich echter niet geheel volgens de in de proloog geschepte verwachtingen. We maken na de inleiding kennis met David Polak, strafrechtadvocaat in Den Haag, getrouwd met Sarah en vader van de elfjarige Marije. Hij heeft net met succes de terrorist Kashoggi achter de tralies weten te krijgen. Lang kan Polak niet genieten van zijn succes, want al snel volgen enkele bedreigende gebeurtenissen elkaar op, waardoor hij zich genoodzaakt ziet zijn advocatenkantoor te verlaten en te vertrekken naar het waarschijnlijk rustigere en veiligere Limburg.

Kleurloos

Hier gaat hij in het plaatsje ‘s-Heerendal werken voor het kantoor van de bevriende en gerenommeerde Max Menning. In het rustieke, pittoreske dorp worden ze hartelijk opgenomen in de katholieke gemeenschap. David heeft het niet zo op met religie, maar zijn vrouw en dochter voelen zich meteen thuis. Zo heeft Sarah het naar haar zin in het plaatselijke kerkkoor en vormen de sympathieke buren Simon en Elisabeth een soort tweede (groot)ouders voor Marije.

Van het intrigerende begin zijn we nu terechtgekomen in een verhaal dat meer lijkt op een voortkabbelend streekromannetje. De problemen van Polak met de plaatselijke kerkelijke cultuur doen kneuterig aan en doen in niets meer denken aan de geschetste thematiek uit de proloog. Pas als Polak, na bijna tweehonderd pagina’s, voor zijn werk een bezoek aan Israël brengt wordt het tempo weer opgekrikt en ontrolt het verhaal zich opeens in sneltreinvaart. Eindelijk wordt duidelijk wie Polaks ware tegenstanders zijn waardoor hij werd gedwongen Den Haag te verlaten.

Hollandse school

Deze late tempoversnelling leidt uiteindelijk tot een vlammende finale in de plaatselijke kerk van het Limburgse plaatsje. Nu wordt ook eindelijk het verband met de proloog duidelijk. Maar het is te laat. De lezer is al lang in een rustieke slaap gesukkeld dankzij het bezwerende Limburgse landschap en de gezapige landelijkheid van de gelovige gemeenschap van ‘s-Heerendal. Het onderliggende plot lijkt nu verder gezocht dan ooit. De tegenstelling tussen de nuchtere Hollandse gezelligheid en de dynamiek van een internationaal kerkelijk complot is gewoonweg te groot geworden om de gepresenteerde theorie van een tweede verlosser ‘geloof’waardig te maken.

Tomas Ross is niet voor niets drievoudig winnaar van de Gouden Strop. Hij kan als geen ander feit en fictie met elkaar combineren. Maar hij moet dat niet proberen te doen in een schamele variant op het jasje dat aan Dan Brown toebehoort. Wat je ook van diens genre vindt: zijn stijl ligt niet iedereen. Het filmische, actiegerichte schrijven van Brown past niet bij de Hollandse, beredeneerde stijl van Ross. De tweede verlosser is dan ook bij lange na geen tweede De Da Vinci Code. En dat was al niet eens het beste werk van Dan Brown.