Boeken / Non-fictie

Geschiedenis is gemaakt van toeval

recensie: Tobias Kniebe (vert. Olaf Brenninkmeijer en Auke van den Berg) - Operatie Walküre. Het drama van 20 juli 1944

.

Tobias Kniebe is een bekend Duits politiek journalist en columnist. Naast zijn journalistieke werk schrijft hij draaiboeken voor films en documentaires. Het boek heeft overigens geen relatie met de Hollywoodproductie Valkyrie, over de moordaanslag op Adolf Hitler. Kniebe wil vooral een zo objectief mogelijk verslag leveren van de gebeurtenissen rond operatie Walküre. Dat levert nogal droge kost op; honderden netjes gedocumenteerde feiten worden aaneengeregen. Het leidt tot een knap stuk onderzoeksjournalistiek dat nergens echt meeslepend wordt. Niettemin levert het een boeiend Duits perspectief op de Tweede Wereldoorlog.

Het verhaal begint in maart 1943, met een beschrijving van een van de vele mislukte aanslagen op het leven van Hitler. Overste von Tresckow, die een belangrijke rol zou blijven spelen in het verzet tegen Hitler, bereidt minutieus een aanslag voor, waarbij een bom wordt geplaatst in het vliegtuig van Hitler. Tot een ontploffing komt het echter niet. Voor een volgende poging zoekt Von Tresckow een nieuwe persoon die dicht genoeg bij de Führer in de buurt kan komen. Uiteindelijk voert dat naar de hoofdpersoon van het boek: Claus von Stauffenberg.

Onvrede
Kniebe besteedt bijzonder veel aandacht aan de loopbaan van Von Stauffenberg, die werd opgevoed in een aristocratisch gezin en later bekend stond als een geniaal officier. In 1939 is Von Stauffenberg nog een overtuigd Nazi, getuige een brief die hij vanuit Polen aan zijn vrouw stuurt: ‘De bevolking hier is ongelooflijk onbeschaafd. Zeer veel Joden en mengvolk. Een volk dat zich slechts onder de knoet gelukkig voelt. De duizenden gevangenen zullen onze landbouw beslist ten goede komen.’

Die houding verandert als hij wordt geconfronteerd met de onmenselijke behandeling van burgers in het oosten, moordpartijen op Joden en massale sterfte onder krijgsgevangenen. Vanaf dat moment groeit de onvrede bij vele Wehrmachtofficieren. Claus von Stauffenberg laat zich meermalen ontvallen dat hij de dood van de Führer als de enige manier ziet om het tij te keren. Dit standpunt brengt hem uiteindelijk bij het verzet. Er volgt een gedetailleerd verslag van de voorbereidingen, niet alleen voor de aanslag zelf, maar ook de maatregelen die genomen dienen te worden om ervoor te zorgen dat de staatsgreep na de dood van de Führer, een succes wordt. De aanslag mislukt uiteindelijk door een mengeling van toeval en een onwaarschijnlijk fortuinlijke Hitler (die absurd genoeg direct na de aanslag klaagt over de schade aan zijn nieuwe broek). Door slechte communicatie is dat echter niet direct duidelijk en staan de samenzweerders voor de moeilijke keuze om de staatsgreep af te blazen, of de kleine kans die ze hebben te benutten.

Hoogdravende, anti-democratische ideeën
Kniebe interpreteert bewust heel weinig, maar toont wel aan dat een belangrijke drijfveer om in opstand tegen Hitler te komen meer te maken had met het eergevoel van het veelal aristocratische officierskorps van de Wehrmacht dan met een afwijzing van de oorlog zelf, al was er wel het toenemende besef dat Hitler het Duitse rijk te gronde richtte met waanzinnige militaire beslissingen. Voor Claus geldt daarnaast dat hij – samen met zijn broer – een ideaal nastreeft van een groot Duits rijk onder leiding van een nobele elite:

Wij geloven in de toekomst van de Duitsers. Wij kennen in de Duitser de krachten die hem oproepen de gemeenschap van de volken van het Avondland naar een beter leven te leiden. We bekennen ons in geest en daad tot de grote tradities van ons volk, dat door versmelting van Helleense en Christelijke oorsprongen in het Germaanse wezen het mensdom van het Avondland schiep. Wij willen een nieuwe orde die alle Duitsers tot dragers van de staat maakt en voor hen recht en gerechtigheid waarborgt, maar verwerpen de leugen van de gelijkheid en onderwerpen ons aan de rangen die ons door de natuur gegeven zijn.

Hoogdravende, anti-democratische ideeën die feitelijk in het verlengde van de nationaal-socialistische idealen liggen. De vraag dringt zich op: wat als Von Stauffenberg na een geslaagde staatsgreep als meest invloedrijke persoon naar voren was getreden? Kniebe houdt zich echter wijselijk bij de feiten en probeert de gebeurtenissen zo min mogelijk te duiden – iets wat moeilijk is bij een onderwerp waarover al zoveel is gezegd, en waar de romantisering steeds op de loer ligt. De lezer mag de ‘wat als’ vraag uiteindelijk zelf beantwoorden.