Boeken / Fictie

Wat is dit?

recensie: Thomas Claus - Lucas Somath

Is het mogelijk om een artikel over Jordi Cruijff te schrijven, zonder zijn vader tenminste één keer te noemen? Misschien, maar zover bekend is er nog nooit een journalist in geslaagd. Een wrang lot, het lot van redelijk getalenteerde zonen die in de voetsporen van hun beroemde vaders treden. Axel Merckx (van Eddy) won nooit de Tour, Marcel de Groot (van Boudewijn) had nooit een grote hit en Cameron Douglas zal altijd de moeilijk opvoedbare zoon-van-Michael blijven. Het eeuwige vergelijk met hun verwekkers veroordeelt ze al bij voorbaat tot de middelmaat. Naast een buitengewone senior is de zoon nog wat extra gemiddeld.

Thomas Claus had natuurlijk gewoon een pseudoniem kunnen kiezen. Een anagram van zijn eigen naam? Lucas Somath bijvoorbeeld? Maar de zoon van Hugo wil best de zoon van Hugo zijn. Niet voor niets, zo gaat het verhaal, bood hij het manuscript van Lucas Somath eerst aan de uitgeverij van zijn beroemde pa aan. Maar De Bezige Bij weigerde het geschrift van junior uit te geven en een kleine literaire rel leek geboren, tot Meulenhoff/Manteau zich over het werk ontfermde. Wie had er nu gelijk: De Bij, omdat ze haar handen niet aan Lucas Somath wilde branden, of Meulenhoff/Manteau, omdat ze een talentvolle Vlaamse debutant zomaar in de schoot geworpen kregen?

Lekker postmodern
Eerste vraag na lezing van Lucas Somath: wat ís dit in godsnaam? Er staat ‘roman’ op het omslag, dus uitgever en auteur houden er vermoedelijk een liberale romanopvatting op na. Van een afgerond verhaal lijkt geen sprake. Lucas Somath is een verzameling van gedachten, experimentjes, postmodern bedoelde passages, brieven, anekdotes, streams of consciousness en een ongelofelijke hoeveelheid pseudo-intellectueel gebabbel. Het verhaal van Lucas Somath (of: Thomas Claus, want als Lucas Somath al een roman is, dan toch in elk geval een autobiografische roman) die een roman tracht te schrijven, kun je nog net ontwaren tussen de regels vol filosofische oneliners en andere onzinterzijdes die van de tekst een volkomen onleesbaar geheel maken. Af en toe reflecteert Claus zelf op de kennelijke mislukking van zijn schrijverij – lekker postmodern – zoals op pagina 33, en juist die passages zijn wél leesbaar, zelfs humoristisch, al is het maar zeer de vraag of dat nu Claus’ bedoeling is geweest:

Dit was zonder meer geklungel van het ergste soort, ergerlijk gezwam dat elke vorm van diepgang miste, maar zich desondanks toch schaamteloos presenteerde als literatuur. Hoe zou hij er ooit in slagen om een volwaardig verhaal neer te pennen als hij nu al zo’n moeite had bij het formuleren van zijn gedachten? 

Er spreekt verwarring uit Lucas Somath, verwarring van een hoofdpersoon die niet weet of hij er goed aan doet om te schrijven en die tijdens dat schrijven door talrijke existentiële vragen besprongen wordt. Ook is er verwarring bij de schrijver zelf, die niet in staat blijkt zijn gedachten te ordenen, noch ze leesbaar op te schrijven, noch ze eenvoudigweg te schrappen en opnieuw te beginnen. Hier lag een taak voor eenieder die aan de verschijning van dit boek heeft meegewerkt, en die taak is verzuimd. Want hoe fraai Lucas Somath ook is uitgegeven en hoe interessant sommige vragen die Lucas zich soms stelt ook zijn, wanneer een tekst als een vloedgolf van zinnen zonder duidelijke samenhang over je heen komt, daalt de bereidheid om op zoek te gaan naar antwoorden tot een absoluut nulpunt. Een boek waarin twintig pagina’s worden gevuld met verzonnen woorden met ‘worst’ voorkomen, kan nog altijd een goed boek zijn. Lucas Somath is dat niet. Om de lezer te ontregelen, moet de schrijver namelijk zelf wél voortdurend weten waar hij mee bezig is. Nu ontregelt Thomas Claus vooral Lucas Somath, en vice versa.
Een uniek boek, dat is het zeker, maar dat is in dit geval geen aanbeveling.