Boeken / Fictie

Immer inspirerend manwijf

recensie: Tessa de Loo - Kenau

Slechts weinig vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis zijn zo bezielend geweest voor de literatuur als Kenau Hasselaar, de vrouw die zich tijdens het beleg van Haarlem van 1572 tot 1573 weerde als een man. Tessa de Loo schreef een van de twee romans die dit jaar over haar verschijnt ter ere van haar eerste speelfilm.

Naar verluidt stond Kenau ten tijde van het beleg aan het hoofd van een klein vrouwenleger, dat hete pek en olie van de stadswallen af goot en zichzelf bewapende om mee te vechten tegen de Spanjaarden. Ze heeft haar stempel zozeer achtergelaten dat het woord ‘kenau’ is blijven hangen als de benaming voor een strijdvaardige vrouw, hoewel het is verworden tot scheldwoord. Na diverse werken met haar in de hoofdrol, van een treurspel uit 1808 tot een roman van Theun de Vries in 1946, voegen scenarioschrijvers Karen van Holst Pellekaan en Marnie Blok in 2014 een film toe aan het repertoire. Dat inspireerde op zijn beurt weer twee romans: een over Kenau zelf door Tessa de Loo en de ander door Lydia Rood, over Kenau’s dochters Katelijne.

Dé kenau

De Loo’s roman, simpelweg Kenau getiteld, vertelt over Kenaus rol in het beleg. De Spaanse hertog Alfa heeft zijn zoon Don Frederik uitgestuurd op een strafexpeditie nadat diverse Nederlandse steden zich tegen hem hebben gekeerd. Naarden en Zutphen zijn al gevallen wanneer het leger oprukt naar Haarlem. Aan het begin van de roman verliest Kenau een van haar twee dochters op de brandstapel, nadat die heeft meegeholpen aan een kleine Beeldenstorm, hetgeen haar strijdvaardigheid tegenover de Spanjaarden vergroot. Als scheepsbouwer huisvest Kenau vele dakloze vluchtelingen en ingekwartierde huursoldaten op haar werf. Ondertussen bloeit er een liefde op tussen haar dochter Kathelijne en een Waalse huursoldaat, Dominique.

Voor een ervaren schrijfster als De Loo doen de meeste bijfiguren in de roman wat al te gekunsteld aan. Dominique lijkt er vooral te zijn om Kenau en Kathelijne (en de lezer!) van een militaire blik op de belegering te voorzien. Kathelijnes moeizame relatie met haar moeder, in wier ogen ze zelden iets goed doet, demonstreert het moeilijke karakter waar Kenau om bekendstond. Bovendien biedt Kathelijne een mooie afwisseling voor De Loo om de schermutselingen in de stad te beschrijven, aangezien er vanwege de personale verstelstijl altijd iemand aanwezig moet zijn op het strijdtoneel.

Geen geschiedenisles

Kenau zelf is ondertussen alom aanwezig. Wanneer de Spanjaarden de Haarlemmers op het verkeerde been zetten en een andere poort aanvallen dan verwacht, staat Kenau klaar om ze op te vangen. En als er een boodschapper nodig is om vijftig sloten over te springen naar de prinselijke vloot en geen man zich meer aanbiedt, is daar Kenau. Ze wordt gekidnapt door Don Frederik en weet prompt weer te ontsnappen door vijandelijk gebied. Dat strekt wellicht niet tot de verbazing in de wetenschap dat het boek is geschreven naar een filmscript, maar het maakt Kenau meer tot een ongeloofwaardige heldin dan de inspirerende historische figuur die ze is.

Enfin, aangenomen dat De Loo niet tot doel had een geschiedenisles te schrijven en het technische aspect van de roman terzijde, slaagt de auteur er wel degelijk in om met Kenau een vlotte, boeiende roman af te leveren tegen de onstuimige achtergrond van het Nederland uit de zestiende eeuw. Anders dan bijvoorbeeld Zwartboek, dat een letterlijke weergave was van de gebeurtenissen in de gelijknamige film, schreef ze een roman waarin ze haar karakters een achtergrond probeert te geven. Dat maakt Kenau alsnog de moeite waard.