Boeken / Fictie

Zusterliefde en treinpoep

recensie: Tania James (vert. Mieke Lindenburg) - Atlas van het onbekende

Twee Indische zusjes raken elkaar kwijt als een van hen een beurs krijgt voor een studie in Amerika. In de roman Atlas van het onbekende combineert schrijfster Tania James succesvol migratieproblematiek met zusterliefde. In een hilarische Indische setting.

De zusjes Anju en Linno zijn door hun vader en grootmoeder grootgebracht. Hun moeders dood is in raadselen gehuld. Als de oudste zus haar hand verliest bij een vuurwerkongeluk is de balans in het gezin verstoord. De onzekere Linno raakt hopeloos achter op school en vindt haar heil in het enige talent dat ze nog heeft: tekenen. Ondertussen ontpopt haar jonge zusje Anju zich als haar slimme counterpart.

De Amerikaanse droom wordt waarheid voor Anju. Ze krijgt een beurs om in New York te gaan studeren. De listige wijze waarop ze de beurs bemachtigt, drijft een wig tussen haar en haar grote zus. Een wig die naarmate de fysieke afstand tussen hen toeneemt, steeds groter wordt. En zoals je altijd pas iets mist wanneer je het niet meer hebt, komen de beide zusjes er pas achter wat echt belangrijk is, als het te laat is. Anju raakt verstrikt in een web van leugens en vlucht van haar gastgezin. Voor de thuisgebleven Linno is Anju’s verdwijning een cruciaal moment in haar leven; in de volharde zoektocht naar haar zusje verandert Linno van een zielig musje in een doortastende persoonlijkheid.

Familiemoraal
Het boek is met familiemoraal doordrenkt. Naast een ‘fijn verhaal over zusterliefde’ wordt echter ook migratieproblematiek effectief aan bod gebracht. De achterblijvers worden niet zielig neergezet. Andersom juist: het zijn de scènes over wanhopige wannabe-immigranten in de rij voor het consulaat in Bombay waar de troosteloosheid vanaf druipt.

New York Times-journalist Tania James beschrijft – zonder uitzondering – alle personages erg beeldend. Hoe de nouveau riche-pleegouders van Anju in New York worden neergezet is hier een prachtig voorbeeld van:

‘Wacht even, wacht even. Dacht je dat ik homo was? Hoezo? Ik bedoel, waarom zou je dat denken?’ (…) Mevrouw Solanki geeft haar zoon een kneepje in de schouder. ‘Ach Rohit, weet je wat het is, je zei dat je zo’n enorme mededeling voor ons had, en je bent tenslotte een jongeman, je hebt het altijd over jezelf ontdekken en in de diepte duiken en strakke broeken…’

‘Zeg jongens kunnen jullie even reageren op wat ik zei? Dat ik films ga maken?’ ‘Ik werk bij de televisie lieverd,’ zegt mevrouw Solanki. ‘Als je wou rebelleren, had je dokter moeten worden.’

~

Ook de sfeerschetsen van little-India in New York zijn haarscherp. Als dochter van Indische greencard-ouders weet James de misverstanden van een migrant in de Big Apple sprekend te verwoorden. Maar de meest hilarische anekdote is wel die van de man die de hygiëne in Indische treinen aanpakte. Linno ontmoet een man die haar vertelt dat hij deze sanitaire problemen wil gaan aanpakken:

‘Weet u hoeveel er iedere dag aan uitwerpselen uit onze treinen valt?’ De man neemt de waterfles van zijn vrouw er bij wijze van aanschouwelijk voorbeeld bij en schudt hem op en neer. ‘Driehonderdduizend liter uitwerpselen per dag. Per dag! Hoe kan India ooit schitteren als er bij ons stront uit de hemel komt vallen?’

Atlas van het onbekende is een plezierige roman. De vergelijking met Zadie Smiths White Teeth ligt voor de hand; ook James combineerde de Indische guitigheid succesvol met immigratieproblematiek. Wellicht een beetje voorspelbaar en weinig baanbrekend, voor een treinreis in India is dit boek zeker een must.