Boeken / Fictie

Dubbel drama

recensie: Susan Glimmerveen - De reizende voorstelling

“Het drama van groepsreizen” staat er als toevoeging op het omslag van dit boek te lezen. Wil de uitgever ons duidelijk maken dat dit een verhaal is over mensen die in niet-alledaagse omstandigheden met elkaar om moeten gaan, zonder elkaar eigenlijk echt te kennen en elkaar dus ook niet kunnen vertrouwen? Dan heeft de uitgever het boek misschien maar half begrepen. Want De reizende voorstelling speelt zich misschien af tussen een groepje reizigers in Afrika, in werkelijkheid is het een spel met feit en fictie.

De personages in dit tweede boek van Susan Glimmerveen, die in 2000 debuteerde met Kaf, moeten het bijna allemaal doen zonder echte naam: De Verpleegster, Twee Linkerhanden, Juf, Wolf, Schot. Een van hun eigenschappen is de basis voor hun karakter. Alleen Ena, negentien jaar en tweelingzus van de zwaar gehandicapte Nina, en Fie, zestig-plus, weduwe en bibliothecaresse, dragen hun eigen naam. Maar welke rol spelen zij?

Avontuurlijk

~

De groep rijdt in een aftandse vrachtwagen door Afrika en elk groepslid doet alsof hij of zij bijzonder avontuurlijk is ingesteld, maar in werkelijkheid blijkt iedereen meer op zoek naar zichzelf. Juf vlucht voor stress maar kan haar opgefokte houding niet van zich af schudden. Ena haat haar familie en ook zichzelf, want ze lijkt maar niet los te kunnen komen van haar vegeterende zus. Ze zoekt en vindt een uitdaging in Schot, de cynische en gesloten chauffeur, op wie ze verliefd wordt. Fie, die de rol van Moeder heeft gekregen omdat ze eigenlijk te oud is voor de reis, houdt Ena en Schot nauwlettend in de gaten.

Verborgen leed

Fie is de hoofdpersoon van het verhaal. Met haar overleden man, die de laatste jaren van zijn leven steeds verder lichamelijk en geestelijk aftakelde, speelde ze toneelstukken. Zij was Martha en hij George uit Who’s Afraid of Virginia Woolf?, of ze speelden Pinter of Beckett. De rollen van de reizigers zijn toneelrollen en Fie speelt de hoofdrol in haar eigen drama. Voor Fie moeten de mensen hun rol vervullen: het zijn fictieve karakters die bestaan bij de gratie van gecompliceerde relaties en verborgen leed. Fie zelf heeft haar driejarige zoontje verloren aan moord. Wat heeft Schot daarmee te maken?

Pure fictie

De reizende voorstelling is wel degelijk ‘Het drama van groepsreizen’, maar dan in een andere betekenis van drama: toneel. De personages en hun verhalen zijn pure fictie, zelfs binnen het werkelijkheidskader van de roman zelf:

Iedereen heeft een verhaal. Zonder verhaal zouden we weinig van elkaar verschillen. We hebben het nodig om onszelf te zijn. Wie de draad van zijn verhaal kwijtraakt, verliest zijn identiteit. […] Maar iedereen leent verhalen en poetst er zijn eigen verhaal mee op. Mensen lenen ze uit de bibliotheek en brengen ze weer terug. Of ze pikken ze ergens op en gaan ermee aan de haal. […]
Mensen willen niet in verwarring worden gebracht, dan voelen ze zich bedrogen. Ze zeggen: ‘Je schendt mijn vertrouwen,’ of: ‘Je bent niet goed wijs.’ Mensen eisen een consistent verhaal. Ze beseffen niet dat het leven zo chaotisch is dat elk verhaal dat je erover vertelt gekunsteld is.

Blauwwangig

Omdat Fie en Ena de enige reizigers zijn die een naam hebben, krijgen zij het voordeel van de twijfel: zij hebben een naam en zij zijn echt. Maar al snel blijkt dat ook zij hun identiteit lenen. Ena identificeert zich met impressionistische dichters en gebruikt woorden als ‘bolle blauwwangige wind’, ‘springlichtend’ en schrijft ‘zo’ consequent met twee o’s. Fie leent toneelteksten, maar daar blijft het niet bij. Glimmerveen gebruikt de verschillende registers op een ingenieuze manier, die nergens gekunsteld overkomt. Sommige dialogen zijn als toneeltekst opgeschreven, andere stukken vormen een monoloog. Regieaanwijzingen ontbreken, maar dat maakt De reizende voorstelling nou juist zo spannend.

Fie raakt verwikkeld in haar eigen toneelstuk en ze sleurt Schot en Ena mee. Glimmerveen weet van de spanning tussen feit en fictie, waarmee haar personages worstelen, ook een worsteling te maken die de lezer treft. Want wat moet hij zelf geloven?
Glimmerveens tweede boek zit buitengewoon knap in elkaar. Pas op de laatste bladzijden grijpen de gebeurtenissen in elkaar, om je als lezer in opperste verwarring achter te laten. Want wat is nu echt? De reizende voorstelling is in ieder geval ècht een goed boek.