Boeken / Fictie

Een verhaal op losse schroeven

recensie: Stine Jensen - Dokter Jazz

.

De dokter Jazz uit de titel is Mads Laudrup, avonturier en hartenbreker, nep-moslim en Arabierenhater. Voor zijn kliniek, waarin hij onder de vlag van kno-arts maagdenvliezen herstelt, heeft een gewelddadig incident plaatsgevonden. De toedracht daarvan wordt achterhaald door het levensverhaal van Mads te reconstrueren. Verteller en semi-detective is Mads’ nicht Dolly, die in Kopenhagen woont. Zij wil haar oom eerherstel bieden, zoals hij zelf maagdenvliezen herstelde. Via Mads reikt haar vertelling tot in Saoedi-Arabië en Egypte. Zelf reist ze niet.

Bluf

Dat raakt de kern van het boek, want Dolly vertelt het verhaal niettemin als een bijna alwetende verteller. Soms moet ze op slinkse wijze haar informatie achterhalen, bijvoorbeeld door zich een vriendschap binnen te slijmen. Maar zodra ze de brokstukken in handen heeft, kneedt ze die in de vorm van een goedlopend verhaal dat past binnen de thematiek van het geheel. Het is steeds de vraag of ze niet naar eigen goedvinden ingrediënten toevoegt om het allemaal beter te laten passen: ‘We verplaatsen ons naar Riyad, de hoofdstad van Saoedi-Arabië. Het is er snikheet, laten we zeggen dat het 39°C is.’

Het opvoeren van een onbetrouwbare verteller is een veelgespeeld spel in de literatuur. Alleen al daarom moet je het als auteur – zeker als debuterend romanschrijver – goed beheersen. Soms lijkt het alsof Jensen niet helemaal zeker is van haar bluf. Wat is bijvoorbeeld de bedoeling van de historische situering, compleet met data, die het verhaal een zweem van realisme lijkt te moeten geven, maar vooral schools overkomt? Het verloop van de eerste Golfoorlog in één alinea samenvatten draagt eerder bij aan de gekunsteldheid van het verhaal dan dat het oom Mads overtuigend in Riyad neerzet. Of is dat ook de bedoeling?

Eerherstel

Eerder lijken deze verwijzingen naar de (politieke) werkelijkheid te scharen onder de nogal aanwezige neiging van Jensen om alles uit te leggen. Van de gevoelens van de personages tot de overkoepelende thematiek die alle gebeurtenissen bij elkaar houdt, Jensen schroomt niet om ze expliciet onder woorden te brengen. Helaas spreken die woorden vaak niet tot de verbeelding: ‘Mads ervaart een emotionele blokkade. Hij heeft zich al eens eerder op studeren gestort, voor die godvergeten prachtige Paprika. Dat bleek toen tevergeefs.’ En dat terwijl de verteller redacteur is en al op de eerste bladzijden beweert: ‘De schoonheid van taal is mijn beroep’.

En toch, als de roman uit is, blijven de verhalen in je hoofd rondtollen en lichten er steeds meer dwarsverbanden en spiegelende lijntjes uit op. Uit de wirwar blijven vooral thema’s en scènes hangen. Zoals Mads’ bekering tot de islam, om een Saoedische vrouw te veroveren. Hoe ver ga je om een vrouw het bed in te krijgen? Ook blijken er veel betekenissen van eerherstel te zijn: de vulgaire van Mads die maagdenvliezen repareert, de emotionele van een vrouw die te veel mannen heeft gehad, het eerherstel voor het zwarte schaap in de familie of in de geschiedenis. Is de bluf van Jensen dan zo geraffineerd dat je hem pas nadien doorziet? Dokter Jazz weet daar niet volledig van te overtuigen.