Boeken / Fictie

Stemmen uit het verleden



recensie: Stevo Akkerman - De inboorling

.

Na zijn debuut Vals weerzien uit 2006 komt schrijver-journalist Stevo Akkerman met De inboorling. Evenals in zijn eerste roman verweeft Akkerman in zijn nieuwste publicatie twee verhaallijnen: die van Jozef Muskiet en zijn overgrootvader Frederik Boksteen. De een is een Surinamer die in het Nederland van nu leeft; de ander wordt in 1883 als een van 28 inboorlingen op het Museumplein in een circustent tentoongesteld.

Denk niet zwart-wit

Het verhaal is niet bijzonder spannend geschreven. Deze eenvoudige schrijfstijl past echter goed bij het karakter van Jozef, de nuchtere Surinaamse Hollander. Jozef ziet zichzelf als Amsterdammer en niet als Surinamer, tot hij brieven van zijn overgrootvader vindt. Vóór dat moment doet huidskleur er voor hem niet toe. ‘Identiteit wordt niet bepaald door je afkomst.’ Ook kan Jozef niet boos worden om de slavernij: degenen die slaven hebben gehouden, leven niet in het Amsterdam van nu. Jozef krijgt moeite met dit standpunt wanneer hij erachter komt dat zijn bloedverwant als net vrijgemaakte slaaf in Nederland in een circustent belandt. Niet in zwart-wit denken is ineens niet meer zo vanzelfsprekend.

Jozef ging tegenover Jules zitten en nam hem met een koele blik op. Laaghangende jeans, Bob Marley T-shirt, gehaakte armband in rastakleuren, plastic teenslippers, afrokapsel. Zijn neef was een wandelend cliché. Maar blijkbaar kon hem dat niet schelen, want zo dom was hij ook weer niet dat hij niet zou weten hoe hij er in de ogen van anderen uitzag. Jozef voelde dat Jules terugkeek en hij begreep wat zijn neef zag: zwarte man in pak, volslagen aangepast, integratie geslaagd, patiënt overleden. Ook een cliché.

Andere tijden

Wanneer het Rijksmuseum een tentoonstelling wil inrichten over de circustent van 1883 laait een oude discussie weer op: het was een schande dat de Surinamers in die tijd als vermaak dienden, het is ronduit belachelijk dat de inboorlingen in deze tijd opnieuw oneerbiedig worden behandeld. Jozef ziet het als een mooie kans om de waarheid te vertellen: hij stelt de brieven van zijn familie als documentatie ter beschikking.

Door de verschillende perspectieven krijgt de lezer een goed beeld van de uiteenlopende ideeën over de tentoonstelling van toen en nu. Het verhaal wordt vanuit Jozef, zijn overgrootvader en voor een deel ook vanuit de conservator van het museum geschreven. De diverse invalshoeken geven zicht op zowel de frustraties van een slaaf en zijn nazaat als op de beweegredenen van mensen uit andere tijden. Akkerman heeft in De inboorling het onderwerp absoluut tastbaar gemaakt.