Boeken / Fictie

Dubbel

recensie: Steven Polansky (vert. C.M.L. Kisling) - Het Bradburyrapport

de Verenigde Staten hebben een kloonprogramma ingericht om de bevolking van reserveonderdelen te kunnen voorzien in het geval van ziekte of verwonding. De kloon dient als container voor reserveonderdelen voor de burger.

We schrijven het jaar 2071 en

In eerste instantie lijkt Het Bradburyrapport erg veel op de film The Island. Ook hier is sprake van een afgezonderde kolonie klonen, die worden gebruikt als leverancier van lichaamsonderdelen voor de buitenwereld. En ook hier zijn de klonen zich niet bewust van die buitenwereld en hun rol hierin. Maar waar The Island uitmondt in een platte achtervolgingsfilm focust Het Bradburyrapport zich meer op de sociale en emotionele gevolgen van het klonen.

Rapportage

Het boek is opgezet als een rapport van een onbekende man (Ray Bradbury is zijn gefingeerde naam), die in aanraking komt met zijn kopie. Deze kloon is op onbekende wijze buiten de kolonie geraakt en daar in handen gevallen van een actiegroep tegen het klonen. Door toeval komt de kloon bij groepslid Anna terecht. Zij kent Ray nog van vroeger en herkent in de kloon haar oude jeugdvriend. Anna vraagt, samen met de actiegroep, aan oud-wiskundeleraar Ray of hij wil helpen zijn kloon uit overheidshanden te houden.

Ray’s kloon spreekt aanvankelijk geen woord en is totaal versuft door de medicijnen die hem in de kolonie blijkbaar worden toegediend. Ray en Anna, ook voormalig onderwijzer, proberen de kloon (Alan) klaar te stomen voor zijn rol als spreekbuis van de onderdrukte klonen. Terwijl ze in Canada van woonplaats naar woonplaats trekken, op de vlucht voor de Amerikaanse overheid, schrijft Ray aan zijn rapport. De actiegroep wil Alan én het rapport gebruiken om de morele en ethische kwesties van het klonen in de openbaarheid te krijgen.

Denken

Door de initiële gelijkenis met de film The Island verwacht je in eerste instantie een grote rol voor het kat-en-muisspel van de actiegroep (met Ray, Anna en Alan als centrale spil) en de overheid. Die Amerikaanse overheid is er namelijk alles aan gelegen de klonen afgezonderd te houden van de ‘normale’ Amerikaanse bevolking. Amerika is het enige land ter wereld dat klonen toestaat en door de kopieën gescheiden te houden van de originelen ontstaat er geen onrust (onbekend maakt onbemind). Maar dit aspect blijft relatief onderbelicht in het boek.

Het Bradburyrapport richt zich primair op de praktische, morele en ethische bezwaren van het klonen. Het houdt zich bezig met vragen over het tegelijkertijd voorkomen van identieke verschijningsvormen uit verschillende tijdsperioden (de jonge Alan en de oude Ray) en de morele kwestie van het gebruiken van mensen (klonen) als een zak vol met reserveonderdelen. Deze welhaast filosofische vraagstukken vormen, ondanks een gebrek aan echte diepgang, het beste onderdeel van het boek. Hoewel er in het boek vaak slechts vluchtig aan gerefereerd wordt, via de gedachten van Ray, zetten ze je als lezer wel elke keer aan het denken over de implicaties van het klonen.

Nadelen

Er zitten echter ook de nodige nadelen aan dit verhaal. Zo is er weinig aandacht voor de techniek achter het klonen zelf, waardoor de wetenschappelijke onderbouwing van het proces te wensen overlaat. Ook is de wijze waarop Alan wordt neergezet niet altijd geloofwaardig. Voor iemand die zijn hele leven – hij is 21 als hij de kolonie verlaat – in afzondering heeft geleefd onder erbarmelijke omstandigheden is zijn reactie op de buitenwereld wel heel mild. Nooit eerder zag hij meer dan de barakken van zijn reservaat, nooit eerder kwam hij in aanraking met vrouwen en nooit eerder had hij van het fenomeen dood vernomen. Laat staan van het feit dat hij op deze wereld is om andermans dood uit te stellen.

Daarnaast is de geschetste omvang en opbouw van het reservaat voor klonen niet echt geloofwaardig neergezet. Volgens Polansky bevat het reservaat zo’n 250 miljoen klonen op een oppervlakte ter grootte van North en South Dakota. Waarbij de vrouwen van de mannen gescheiden leven en de klonen die al een lichaamsdeel hebben moeten afstaan gescheiden van de intacte klonen. De kolonie is geheel afgezonderd van de buitenwereld en zal dus ook moeten voorzien in haar eigen behoeften, zoals voedsel, elektra en infrastructuur. Dat wordt allemaal wel erg moeilijk op zo’n beperkt stukje grond.

Al met al is Het Bradburyrapport geen dystopische klassieker zoals Fahrenheit 451 van de oorspronkelijke sciencefictionschrijver Ray Bradbury, maar hooguit een amusante aanzet tot een persoonlijke gedachtegang over klonen en de implicaties ervan. Maar daarvoor zijn deze 700 woorden misschien ook al voldoende en hoef je geen 350 pagina’s door te nemen.