Boeken / Non-fictie

Hardlopen voor dummies

recensie: Stans van der Poel en Koen de Jong - Ik, hardloper

Ik, hardloper is het nieuwste boek van Koen de Jong, die eerder succesvolle boeken schreef over sporten voor beginners, ademhalingsoefeningen voor verbeteren van prestatie en wielrennen. ‘Langer lopen met minder training’ is het devies.

Voor Ik, hardloper ging De Jong een samenwerking aan met Stans van der Poel, die apparatuur om ademhaling en hartslag in beeld te brengen ontwikkelde, en volgens het duo betiteld mag worden als ‘wandelende encyclopedie’. Het sympathiek geschreven boek bestaat uit drie onderdelen: achtergronden van hardlopen, trainingsschema’s voor beginners en voor gevorderden, afgewisseld met succesverhalen uit de dagelijkse praktijk van de auteurs.

Adem in, adem uit

De Jong en Van der Poel behandelen het hele spectrum dat gepaard gaat met ‘op een gezonde manier sporten’. Ze beginnen bij de basis, ademhaling en conditie in rust, behandelen vervolgens het verschil tussen koolhydraten en vetten als brandstof en staan ook stil bij loopvoorwaarden, looptechniek en het effect van hardlopen op de gezondheid. Zo geeft een winkel met ruimte voor een loopbaantje (geen band!) met filmopnames de beste indruk van looptechniek. De auteurs staan uitgebreid stil bij het slimmer omgaan met energie door rustiger te ademen. Ze raden aan een goed opbouwschema te combineren met ademhalingsoefeningen, zowel rondom als tijdens het lopen, waarbij het vooral belangrijk is langer uit dan in te ademen. Ze leggen uit hoe je met een hartslagmeter test of je opbouwend bezig bent.

Aan de slag

Het tweede deel van het boek biedt trainingsschema’s voor afstanden tussen 2,5 en 10 kilometer onder het motto ‘niet te lang en niet te hard’, met onder meer aandacht voor de meest voorkomende blessures. Voor hardlopers die serieus aan de slag willen bevat het boek ook technische achtergrondinformatie, bijvoorbeeld over verschillende trainingszones, hoe die aan te wenden en het berekenen van de eigen optimale hartslag, bij voorkeur met een hartslagmeter.

Deel drie is voor de gevorderde loper die minimaal een afstand van 21,1 kilometer (halve marathon) wil afleggen. ‘Je wilt weten hoe het is, en je wilt weten of je het kunt,’ schrijft een NRC-verslaggever in een van de anekdotes. Van der Poel en De Jong beweren dat het mogelijk is om een halve marathon te lopen door vier keer per week te trainen met tien kilometer als maximale afstand. Voor een hele marathon houden ze hetzelfde schema aan met een maximum van veertien kilometer. Het testen daarvan viel buiten de recensiedeadline, maar aantrekkelijk is het zeker.

Voor de vrijetijdsloper

Ik, hardloper is niet voor lopers die de sportprestatie als voornaamste doel hebben, maar vooral voor hen die lopen omdat het een gunstig effect heeft op de stemming of concentratie. De meeste lopers, merken de auteurs op, willen vooral lekker lopen, met af en toe een prestatieloop, maar trainen te hard of ademen in rust sneller dan nodig is. Het boek combineert dan ook toegankelijke uitleg met handige tips. Zo is het voor de opbouw van conditie nodig om minimaal twaalf minuten achter elkaar te hardlopen. Bovendien zet je bij een kortere duur je vetvoorraad nauwelijks in. Dat de auteurs af en toe doorschieten naar vermeend goeroedom, zoals met een hoofdstuk chi running of wanneer ze uitweiden over de gezondheidseffecten van lopen (‘Te moe om te lopen? Ga lopen!’), is ze vergeven.