Boeken / Non-fictie

Schijn-heilig

recensie: Door het vuur voor de armen – Hans van Reisen (redactie)

De opzet van Door het vuur voor de armen is boeiend: een biografie schrijven van een martelaar uit de 3e eeuw, aan de hand van de oudste getuigenissen die over hem bestaan. Helaas is de resultaat heel wat minder boeiend, omdat je gewoon telkens hetzelfde relaas hoort.

Over de heilige Laurentius is weinig meer bekend dan dat hij uit Noord-Spanje afkomstig was en dat hij in 258 door keizer Valerius werd opgepakt en enkele dagen later een gruwelijke marteldood stierf op een gloeiend heet rooster. Dat feit heeft er voor gezorgd dat hij bekendstaat als de patroonheilige van zowat alle beroepen die met vuur te maken hebben. We vragen ons af of hij het als een eretitel zou beschouwd hebben.

Herhaling

Omdat er zo weinig over hem bekend is maar er niettemin overal in Vlaanderen en Nederland kerken en kapellen aan Laurentius zijn gewijd, werd besloten tot deze alternatieve en hoogst eigentijdse hagiografie: aan de hand van de schaarse vermeldingen – vooral in preken uit de vroege Middeleeuwen – heeft een groepje academici geprobeerd een beeld van de man te vormen. Intrigerend uitgangspunt, dat zeker, maar helaas is het resultaat niet bijster interessant. Het zijn namelijk steeds dezelfde ‘feiten’ die worden opgerakeld: zijn botsing met de keizer en zijn daaropvolgende marteldood. That’s it. En die zijn de eerste keer misschien ‘leuk’ om lezen, maar bij de tigste keer heb je het echt wel gehad.

Heel concreet komt het er op neer dat de keizer verlekkerd was op de rijkdommen van de Kerk en van diaken Laurentius eiste die tot bij hem te brengen. Laurentius gehoorzaamt, op voorwaarde dat hij drie dagen tijd krijgt. In die periode verzamelt hij alle zieken en kreupelen uit zijn parochie en brengt hen voor de keizer met de woorden: “Ziehier de schatten van de Kerk”. Waarop de keizer besluit om hem op de meest hondbrutale manier te martelen. Daarin is zelfs plaats voor humor: wanneer Laurentius helemaal verbrand is aan één kant, merkt hij: “Ik ben gaar hier. Draai mij om jongens, en daarna: smullen maar!” Amusant, maar wederom: na zes keer is de lol er wel van af. Bijkomend minpunt van het boek is dat er heelder preken in worden afgedrukt waar misschien één of twee keer melding wordt gemaakt van Laurentius, zodat je voor de rest een hoop weinigzeggend gezwam over de goddelijke liefde en zondebesef voor de kiezen krijgt.

Nee, Door het vuur voor de armen is eerder een schijn-heilige vertoning. Ondanks de ongetwijfeld beste bedoelingen van de redacteurs.