Boeken / Fictie

Wellustige taalhonger

recensie: Ruben van Gogh - Hier begint het leven

In zijn vijfde bundel schommelt Ruben van Gogh heen en weer tussen universaliteit en anekdotiek. Hier begint het leven giet grote onderwerpen in een lichte vorm van taal- en klankspel. Een geraffineerde bundel van ‘de Man van Taal’.

De eerste gedichten van Hier begint het leven liegen er niet om. Ruben van Gogh overspoelt de lezer met overpeinzingen over de relatie tussen tijd en ruimte, de nietigheid van de mens, de tijd die voorbijgaat, het vastleggen van de tijd en ja, zelfs de zin van het bestaan. Maar dan opeens, onderaan een gedicht over de controversiële ontwikkelingen op het gebied van genetische manipulatie, zien we een andere kant van Van Gogh. Een grappige en relativerende kant: ‘een assistente loopt / met een zojuist gesprongen eicel rond / en niemand die er warm van wordt’. Het kenmerkt de tweeledige poëzie in Hier begint het leven. Telkens wordt er heen en weer geschommeld tussen zwaar en licht, universeel en anekdotisch.

God en Bob de Bouwer
Deze relativerende momenten brengen de bundel in evenwicht. Neem bijvoorbeeld de titel van het eerste deel van de bundel: ‘Alsof het de hand van God was, of van Bob de Bouwer’. Uit zijn verband gerukt is het een banale, lichte, misschien zelfs flauwe zin. Maar ingebed in zijn originele context, het gedicht ‘Rampenman’, komt het wél tot zijn recht.

In het gedicht verwondert een ik-figuur zich over de wereld en haar samenhang. Hij beweegt zich voorzichtig voort door dit wonder, zich van de risico’s bewust (‘één misstap en je wordt voor altijd / nagewezen als rampenman’), maar ondertussen laat hij toch, ‘bijkans jubelend’, een spoor van vernieling achter. Een sympathieke kluns waar een onhandige uitspraak voortreffelijk bij past. En dat maakt de eerder ongepast geachte titel ‘Alsof het de hand van God was, of van Bob de Bouwer’ weer sympathiek. Van Gogh weet wat hij doet en is de lezer altijd een stap voor.

Hetzelfde geldt voor de alom aanwezige klankrijm en het veelvoorkomende woordspel: ze houden vorm en inhoud in balans. Van Gogh kreeg naar aanleiding van de titel van zijn debuutbundel uit 1996 de bijnaam ‘de Man van Taal’, die hij zelf overnam als zijn alias.

Scherp oog
Zeventien jaar later maakt hij zijn naam nog steeds waar. Zowel betekenis als klank en vorm worden omgegooid, door elkaar gehusseld en weer recht gezet. Zijn vormen van rijm zijn oneindig en benadrukken zijn succes als podiumdichter (‘aanbeden woordspuwers’ met ‘wellustige taalhonger’, zoals hij ze zelf beschrijft). Maar ook de visuele kant van poëzie wordt benut, bijvoorbeeld in het gedicht ‘Alles’, waarin de nietigheid van de mens ook terug te vinden is in de vorm van het gedicht. De regels worden telkens korter en korter totdat er slechts een klein ‘ikje’ over is.

Van Gogh heeft een scherp oog voor het schrijnende en het ontroerende. Bijvoorbeeld in het doel van de mens (‘we zijn een leven lang bezig / ertoe te doen’), in relaties (‘we vingen aan / met het beleven van momenten / waaruit we een verleden / konden creëren’), maar ook in banale, alledaagse gebeurtenissen:

zo zag ik ook een keer bij De Slegte
een boek van nog geen twee jaar oud
met als opdracht:
van je liefhebbende ouders

alsof dat echt zo was
en daarna nog lang zo is gebleven

Zuid-Afrika
Minder sterk is de cyclus met zeven gedichten over een reis naar Zuid-Afrika. Slechts zelden ontstijgen die gedichten het niveau van vermakelijke, prozaïsche dagboeknotities en vakantieherinneringen. De banaliteit lijkt daar nog niet geraffineerd genoeg, alsof het onaffe versies zijn van wat er uiteindelijk in de bundel had moeten komen. Ook de woordspelingen pakken in deze cyclus veel minder goed uit: ‘En dan dat vreemde schreeuwen / in de verte, komt dat van negerstammen / die op leeuwen jagen, of zijn het aangeschoten / toeristen, drinkebroers, die meer willen, meer’.

Toch is Hier begint het leven een uitgebalanceerde bundel met intelligente en ontroerende poëzie. Het is jammer dat er geen CD bij de bundel zit en je niet het klankspel van ‘de Man van Taal’ uit je speakers kan laten vloeien. Maar aan de andere kant is dat een extra reden om naar een poëzievoordracht van Ruben van Gogh te gaan.