Boeken / Fictie

Seks, drugs en oorlog

recensie: Rik Launspach - Man meisje dood

Na zijn succesvolle debuutroman over de Zeeuwse watersnoodramp, 1953, levert Rik Launspach wederom een vuistdikke roman af. Man meisje dood is voor een groot gedeelte gesitueerd in Afghanistan en, net als 1953, heel beeldend geschreven.

De titel mag dan compact zijn, het verhaal is dat niet. Via talloze gebeurtenissen, discussies en meningen, waaiert het alle kanten op. Een kleine greep: gesluierde vrouwen in Afghanistan, projectontwikkelaars in Amsterdam, de locatie van de menselijke ziel, de botsing tussen Oost en West, de Twin Towers en de Koran.

Drugsdealer en taalprofessor
De roman bestaat in essentie uit twee verhaallijnen. In de eerste is Amadeus, meestal Deus genoemd, als taalwetenschapper in Afghanistan in dienst van de NAVO. In de tweede is Deus nog student taalwetenschappen in Amsterdam, drugsdealer en geobsedeerd door medestudentes Puck en Tatja; met de laatste krijgt hij een relatie. Tatja is van oorsprong Afghaanse en is geadopteerd door een christelijk echtpaar op de Veluwe. Drank, seks, drugs en discussies over het nut van taal zijn de belangrijkste ingrediënten van Deus en Tatja’s relatie.

Maar hoe meer je je verdiept in een taal, hoe ingewikkelder de communicatie wordt. […] Hoe vaak zeggen mensen nu precies wat ze voelen?

Deus zou woorden graag vervangen zien door cijfers, zodat een directe communicatie van een op een mogelijk is:

Wij zijn het verleerd […] Adequaat spreken. Denken zonder bijgedachten. Schrijven zonder onzin. […] Wat is het nut van beeldspraak? De auteur gebruikt een vergelijking om iets te versluieren wat hij net zo goed zonder omwegen kan zeggen.

Deus brengt zijn eigen ideeën over directe communicatie echter bepaald niet in de praktijk. Wanneer hij Tatja met iemand anders betrapt is hij niet in staat zijn ware gevoelens te uiten en hij wil niets meer met haar te maken hebben. Tijdens een verzoeningspoging raken Tatja, Puck en Deus betrokken bij een auto-ongeluk, waarna Puck hem vertelt dat Tatja is overleden.

Nadat Deus van zijn verwondingen is hersteld, drijft zijn schuldgevoel hem naar Afghanistan waar hij zijn scriptie wil schrijven. Met de familie waar hij onderdak krijgt, ontwikkelt hij, na een moeizame start, een werkzame relatie, die leidt tot een tijdelijke drugshandel. De tegenstellingen tussen Oost en West blijken op individueel niveau wel te overbruggen, lijkt Launspach te willen zeggen.

Vredesmissie
Deus’ kennis van de lokale Afghaanse talen is aan het ministerie van Defensie niet voorbij gegaan en hij wordt zo’n zeventien jaar later ingezet bij de vredesmissie. Het idee om taal om te zetten in cijfers blijkt voor zijn werk voor de NAVO een gouden greep. De beschrijvingen van het leven in Kamp Holland zijn zeer lezenswaardig. Bij toeval wordt het contact met de Afghaanse familie hersteld, maar zij behoren inmiddels tot de Taliban en in plaats van herinneringen op te halen, wordt Deus gevangen genomen.

Launspach gaat voortvarend van start en hij weet de vaart er goed in te houden. Er passeren heel wat onderwerpen de revue – te veel misschien. De episode bijvoorbeeld waarin Deus op een vrachtschip woont en yogalessen volgt staat bijna los van de essentiële verhaallijnen. Net als in 1953 is Launspach in Man meisje dood erg expliciet. Zijn uitgebreide beschrijvingen laten weinig aan de verbeelding over. Het open eind geeft die mogelijkheid wel. Daarnaast worden er veel meningen en standpunten uitgewisseld, waarbij ook ruimte is voor een ironische en humoristische ondertoon. In een interview met 8WEEKLY (maart 2009) vertelt Launspach dat hij in 1953 wilde laten zien dat het leven niet altijd eerlijk is en dat een gevoel van schuld grote consequenties kan hebben voor hoe mensen handelen. Ook in deze vlot geschreven roman geeft hij hier blijk van.

Lees hier een voorpublicatie van Man meisje dood.