Boeken / Fictie

Een leven dat op adem moet komen

recensie: Riikka Pulkkinen - Vreemdeling (vert. Annemarie Raas)

.

De Finse Pulkkinen geldt sinds haar debuut De grens, over een jong meisje dat verliefd wordt op haar leraar en een echtgenote die haar dementerende man wil helpen sterven, als groot literair talent. Haar eerste twee romans, met op de kaft de aanprijzing ‘de vrouwelijke Paolo Giordano’, vlogen dan ook over de toonbank. Vreemdeling bestaat uit fragmenten van een vrouw op de vlucht, van een leven dat op adem moet komen. En dat levert een bewonderenswaardig rijke roman op.   

New York
Hoofdpersoon Maria is dominee in een Fins dorp en neemt het impulsieve besluit op de boot naar Stockholm te stappen. Vervolgens neemt ze het vliegtuig naar New York, de stad waar haar overleden moeder jaren heeft gewoond. De ik-vorm maakt je meteen deelgenoot van haar vertwijfeling en haar indrukken op reis. Het zorgt er ook voor dat de lezer weinig informatie krijgt. Maria’s gedachten gaan alle kanten op.

Maria vlucht ‘in het licht van de gebeurtenissen van de afgelopen tijd’. Ze laat de kerk achter zich, een echtgenoot die ze haar ‘onuitstaanbare’ noemt en het kleine meisje Yasmina wiens dagboek ze meeneemt over de oceaan. De redenen van haar vertrek en haar verwarring worden weliswaar langzaam duidelijk, maar er is ook veel ruimte voor nieuwe belevenissen in New York. Maria huurt een kamer bij een Afrikaanse danseres die haar intrigeert en ze ontmoet een man, een vreemdeling, bij wie ze haar nachten doorbrengt. Maria is zo’n vrouw die hoe zij zelf is voortdurend afzet tegen hoe andere mensen zijn. Ieder mens dat ze ontmoet zet haar aan het denken over haar eigen overtuigingen en motieven.

Bezieling
Indrukken van New York, alle overvloed wordt afgewisseld met herinneringen aan de eetstoornis in haar jeugd. Dat niet-eten speelt in Vreemdeling, anders dan in veel andere romans, allesbehalve een oppervlakkige rol. Het anorectische ontwaken van de veertienjarige Maria valt samen met haar religieuze bewustwording. Honger wordt de lege, zweverige toestand die je ook voor bezieling zou kunnen houden. Als een moderne Jezus lijdt ze ‘opdat de anderen niet hoeven lijden’. Daar gaat ze zonder al te veel tegenwerking van buitenaf mee door, totdat ze letterlijk omvalt. Het is mooi uitgewerkt hoe Maria’s hardnekkige denkbeelden uiteindelijk in botsing komen met de buitenwereld en ze zich moet overgeven.

Vreemdelingen
De vreemdeling kent verschillende gedaanten in deze roman. Het Finse dorp waarin Maria opgroeit biedt weinig ruimte voor wie anders is. Als negenjarig meisje is ze al bang om een racist te zijn, omdat ze het liefst friet met knakworstjes eet. En dat terwijl juist haar eigen gezin soms raar wordt aangekeken omdat haar moeder overduidelijk geen Finse is. Als ze zich jaren later bekommert om het pas geïmmigreerde meisje Yasmina, komt de angst voor racisme weer terug. Via allerlei wegen stelt Pulkkinen de vraag wat dat eigenlijk is. Of zelfs in de meest goede bedoelingen vooroordelen over de ander schuilen. Er is altijd een kloof, met gedachten als: ‘zo zal het wel gaan in die contreien’. Maria doet pogingen die kloof op te heffen, de ander te naderen omdat ze haar geloof in het hiernamaals verloren is: ‘Als ik vandaag aan een nieuw geloof begin, is het eerste sacrament: ontvankelijkheid.’ 

Schittering
Vreemdeling is een chaotisch boek, zowel in vorm als inhoud. Soms trekt Pulkkinen de lezer naar zich toe, dan duwt ze je weer weg. In de hoofdstukken waarin wordt gedanst, laat ze de teugels vieren. Brokken van zinnen, herhalingen en geprevel waarvan je je bijna niet voor kunt stellen dat iemand ze nuchter heeft opgeschreven. In alle chaos zit de schoonheid beter verstopt dan in haar andere romans, maar is het waardevoller om te vinden. Bovendien blijft er na het lezen van dit boek nog ruimte over, bijvoorbeeld om je af te vragen hoe dit eruit zou zien: Maria’s nieuwe filosofie voortaan geen enkel verzoek van het lichaam nog te onderdrukken.  

Of dit: Maria leert Yasmina de Finse taal en probeert haar te beschermen. Daar slaagt ze niet in, het meisje wordt slachtoffer van geweld. Maria kan vervolgens als geen ander boete doen met haar gedachten. De genadeloze oordelen over zichzelf, zowel in haar eetstoornis als in de kwestie Yasmina, maken van haar een pijnlijk herkenbare vrouw:

Schreeuwde Yasmina om hulp? Smeekte ze, in het Fins of in haar eigen taal? Ik had haar het woord nee veel eerder moeten bijbrengen, en ook andere ontkenningswoorden. Ze kon dieren benoemen en verschijnselen die met de seizoenen te maken hebben. ‘Schittering’ was een van haar woorden, maar ze wist misschien niet hoe ze moest roepen: ophouden jullie!