Boeken / Fictie

Schetsmatige schoonheid

recensie: Richard Hemker - Scherzo

.

Hemkers taalgebruik is een genot voor de lezer! Dit is charme puur, schijnbaar terloops gevormd. Schijnbaar, want aan deze lyriek is nauwgezet gevijld. De droge stijl herinnert soms aan Reve, in het bijzonder in de zelfgesprekken, mede dankzij quasiformele woorden. Zo had Seger, die zich in het volgende fragment in de spiegel bekijkt, Frits van Egters kunnen heten:

Nee, een mooi hoofd is het zeker niet, dacht Seger. Zijn gezicht was een roze vlek in de beslagen badkamerspiegel. Niet echt lelijk ook, maar onrustbarend in vlezigheid. Bovendien is de neus slordig geboetseerd. Het heeft alles iets onzorgvuldigs. Als een goed maar slecht uitgewerkt idee. Er is stellig alcohol aan te pas gekomen bij mijn verwekking.

Muziek en spookrijdermeldingen
Hemkers scherzo’s klinken bij vlagen prachtig; vage of afgebroken verhaallijnen, nutteloze handelingen en onuitgewerkte personages werken echter storend. Soms lijkt het alsof de radio van verre speelt en dan sterft het geluid weer weg: hoorden we iets prachtigs, draait Hilversum de muziek abrupt weg voor de verkeersinformatie. Ja hoor eens! Laat die spookrijder maar, wij willen nú het scherzo helemaal horen!

Een voorbeeld van een afgebroken verhaallijn: in het minst gelukte scherzo Kreeften koken komt ene Cars voor. In een uitwijding over zijn afkomst denkt Cars terug aan Parijs in 1856, óf de hele scène speelt zich af in Parijs in 1856. Duidelijk wordt het niet: drie regels verder is Cars terug in 1998 in Amsterdam en Parijs komt niet meer ter sprake. Wat was dit nou voor scherzissimo over een niet-aangetroffen spookrijder? Kreeften koken wordt zo een aaneenschakeling van tableaux vivants zonder eenheid.

Geslaagde scherzo’s zijn: Vliegende vis over een vakantie en existentiële non-communicatie tussen geliefden; Villa Celeste over een handelsreiziger in toekomstvoorspellingen; Scherzo over een adellijke, flegmatisch charmante dame die met de duivel flirt; De gebroeders Offermans over een trouwpartij en verstoorde familieverhoudingen. De rest van de scherzo’s is minder geslaagd of wil niets anders zijn dan een oefening. Op zich kan dat laatste ook natuurlijk, maar behoort zoiets niet een bibliofiel overzichtswerk?

Luieren voor de hellepoorten
Terugkerende motieven in Hemkers scherzo’s zijn Italië, komische zelftwijfel, hilarische familietaferelen, duivelse figuren, schouwen in de toekomst, klassieke schrijvers en componisten. Onderliggend thema is het tastend zoeken naar antwoorden op de vergankelijkheid, in het besef dat troost en liefde stuitend vaak een onbeholpen, haast clichématige een daardoor bevreemdende vorm aannemen.

Als de duivel de barones bezocht heeft, begrijpt zij dat alle herinnering aan wat men liefheeft, verdwijnen moet, zodat er altijd weer verbazing zijn zal. Daarop sluit het uit Schuberts Winterreise afkomstige boekmotto naadloos aan: ‘Fremd bin ich eingezogen, fremd zieh’ ich wieder aus’.

Als in een scherzo biedermeierachtig familiegeluk eens oprecht verbaast, tekent het auctoriale commentaar meteen aan: ‘Het is bijna kitsch en toch is het echt.’ Wegens dit besef deugt Hemker! Dit onontkoombare gegeven in het ‘luieren voor de poorten van de hel’, zoals een van Hemkers duivels het leven noemt, vat hij.

Lyriek voor de logeerkamer
Scherzo
behoort op een zonnige logeerkamer: gasten hebben geen tijd om lang naar mooie muziek te luisteren en zullen snel vergeten. De gastheer echter wacht Hemkers eerste volwaardige strijkkwartet af.

Maar misschien moet het een liederencyclus worden, want dichtend schrijven kán Hemker, zoals blijkt uit zijn aforismen: ‘Een geboorte is een misverstand van kosmische proporties. Eenmaal gewekt laat een onafhankelijk bewustzijn zich nooit meer doven.’ Over het schrijven zelf: ‘Op en af, veel af. Je moet zoveel narigheid schrijven voordat zich iets waarachtigs aandient.’