Boeken / Fictie

Speuren in Berlijn en Cuba

recensie: Philip Kerr (vert. Herman van der Ploeg) - Als de doden niet herrijzen

Het genre literaire thriller is niet meer weg te denken en kent een grote schare volgers. De vraag wat een uitgever beweegt wanneer hij een thriller het stempel ‘literair’ meegeeft, is al vaak gesteld. Meestal wordt vastgesteld dat het tevergeefs zoeken is naar het zogenaamde literaire aspect. Als de doden niet herrijzen vormt hierop geen uitzondering.

Dit boek lijkt een doodgewone thriller te zijn. Natuurlijk is daar niets mis mee, maar waarom is dan toch de term literair toegevoegd? Van het begin af aan is duidelijk dat Als de doden niet herrijzen vooral geschreven is om te amuseren. Nu kan literatuur ook zeker amusant zijn, maar literatuur wil over het algemeen meer dan alleen een spannend verhaal vertellen.

Ruwe bolster
Als thriller is Als de doden niet herrijzen gek genoeg ook niet spannend. Kerr is er niet in geslaagd om de gebeurtenissen zo te beschrijven dat de lezer betrokken raakt bij het verhaal. Alleen al de keuze van het vertelstandpunt is hieraan schuldig: het verhaal wordt achteraf uit de doeken gedaan door de hoofdpersoon. Een andere reden voor het gebrek aan spanning ligt in de onmogelijkheid om te identificeren met de personages. Deze zijn stuk voor stuk stereotiepen die geen van alle meer zijn dan de functie die ze vervullen in het verhaal. Zelfs de hoofdpersoon Bernie Gunther wijkt niet af van de rol die hem is toegedicht. Hij blijft in alles het type ruwe bolster, blanke pit.

Deze Bernie Gunther is een aan lager wal geraakte ex-politieman in het Berlijn van de jaren dertig. Hitler is net aan de macht gekomen en de eerste tekenen van repressie zijn inmiddels zichtbaar. Gunther probeert, na zijn ontslag bij de afdeling moordzaken, zijn hoofd boven water houden als onderbetaalde hoteldetective in het chique hotel Adlon. Op een dag wordt een van de hotelgasten dood aangetroffen in zijn kamer. Gunther is vastbesloten om de dader te vinden, ook al betekent dit dat hij het moet opnemen tegen prominente figuren uit de Berlijnse onderwereld.

Ontmaskering
Een van deze schimmige figuren is Max Reles. Voor Gunther is het overduidelijk dat Reles de moordenaar is en dat hij tevens verantwoordelijk is voor een grootschalige zwendelpraktijk bij de bouw van het olympisch stadion. De ontmaskering laat echter op zich wachten; Reles steekt hier genadeloos een stokje voor. Pas twintig jaar later, de Tweede Wereldoorlog is al lang en breed voorbij, treffen ze elkaar weer op Cuba. Maar deze keer zijn de rollen omgedraaid en Gunther heeft niets meer te verliezen.

Het einde laat zich dan ook raden. Toch geeft Kerr alles niet zo maar prijs. Daarvoor bevat het verhaal te veel mogelijk als literair bedoelde zijsporen. Hoofdstuk na hoofdstuk weet Kerr te vullen met gebeurtenissen die nauwelijks enig verband lijken te houden met de rest van het verhaal. Maar schijn bedriegt. Uiteindelijk valt alles min of meer op zijn plek. Om daar te komen moet de lezer echter flink wat doorstaan. Niet alleen moet hij een weg zien te banen door de veelheid aan gebeurtenissen, hij moet ook het knullige taalgebruik van Kerr voor lief nemen.

Zonder het etiket ‘literaire thriller’ was de lezer wellicht wat minder op het verkeerde been gezet. Want ondanks alle bezwaren is Als de doden niet herrijzen niet alleen maar een slecht boek. De historische setting waarin het verhaal zich afspeelt maakt veel goed. Kerr maakt duidelijk voelbaar hoe het leven vlak voor de oorlog in Berlijn moet zijn geweest. Helaas is dit niet genoeg om meer dan vierhonderd pagina’s lang te blijven boeien.