Boeken / Fictie

De vervreemdende werelden van Peter Terrin

recensie: Peter Terrin - De bijeneters: zeven variaties

Ondanks de goed ontvangen romans Blanco en Vrouwen en kinderen eerst is de Vlaamse schrijver Peter Terrin in ons land niet erg bekend. Geheel ten onrechte. Ook zijn nieuwste verhalenbundel De Bijeneters: zeven variaties is weer zeer de moeite waard.

In de bundel vinden we zeven verhalen terug waarin een daad centraal staat die alles verandert. Dit kan een duidelijke, doelbewuste daad zijn, maar ook een ogenschijnlijk onbelangrijke en onbewuste handeling. Hoe groot of klein de handeling echter ook is, de koers der gebeurtenissen wordt er onherroepelijk door gewijzigd.

Surreëel en afstandelijk

Terrin is een meester in het scheppen van surrealistische, afstandelijke en vervreemdende werelden. Zijn karakters worden eveneens gekenmerkt door een bepaalde mate van ongrijpbare afstandelijkheid. Nooit zul je het achterste van de tong zien van een personage. Net als in het echte leven toont Terrin je meer buitenkant dan binnenkant. Nergens krijg je als lezer echt grip op de personages en de situaties waarin zij zich bevinden. Dat maakt Terrins verhalen aan de ene kant heel surrealistisch en aan de andere kant heel intens.

Terrin schotelt geen hapklare maaltijd voor: hij dwingt de lezer voortdurend zelf de gebeurtenissen te analyseren. De verhalen van Terrin hebben geen duidelijke kop en staart. Sterker nog, na het lezen begint voor de lezer pas het echte werk. Er dient geïnterpreteerd, teruggelezen, nagedacht en gediscussieerd te worden.

De Bijeneters bouwt verder op deze formule. De afstandelijkheid is in bijna alle verhalen haast tastbaar en geen van de verhalen is eenduidig uit te leggen. Toch lijkt Terrins schrijfstijl beter geschikt voor langere verhalen, dan voor korte. De twee langste verhalen uit deze bundel komen dan ook het best tot hun recht. Zo volgen we bijvoorbeeld in De verdachte een overhoring van een van moord verdachte man. Geen moment krijg je grip op dit verhaal. Heeft deze man nu wel of niet een moord gepleegd? En als zou blijken dat hij het wel gedaan zou hebben, dan zou je geen idee hebben waarom hij tot die daad gekomen is.

Het andere langere verhaal, De moordenaar, gaat over een rechtstaat waarin het is toegestaan in je hele leven twee moorden te plegen. Als je het maar netjes aangeeft en niet over je quotum heengaat, dan is er niets aan de hand. Terrin zet in dit verhaal een prachtig sombere, Orwelliaanse wereld neer. Ook in dit verhaal krijgen we te maken met een moordenaar en hoewel zijn beweegredenen voor de moord duidelijk zijn, lijken de vervolghandelingen van enige rationaliteit gespeend. En weer slaat de fantasie van de lezer op hol.

De dood

Het is echter niet alleen de lengte van de verhalen die bepalend is voor de impact van Terrins verhalen, maar ook de aan- of afwezigheid van een dode. De beste verhalen in deze bundel – en daar horen ook het verhaal Schoonmaak en De lotgevallen van Abdullah en ikzelf bij – draaien allemaal om het overlijden van een persoon. Al dan niet op natuurlijke wijze. Hoewel hier in zijn vorige roman Vrouwen en kinderen eerst geen sprake van was, zien we dit thema ook in Blanco duidelijk terug.

De rode draad in Terrins werk is in ieder geval de ontsporing van de hoofdpersoon, die geleidelijk losraakt van de werkelijkheid. Het is deze discrepantie tussen de wereld zoals wij hem kennen en de wereld zoals de personages hem zien, die zorgt voor het beklemmende gevoel dat de ware kracht achter zijn verhalen is. Terrin is echter op zijn best als hij de ruimte krijgt om zijn werelden genoeg afstandelijkheid mee te geven én de personages mag confronteren met de dood. Dit maakt hem tot een zeer boeiende schrijver. Zijn verhalen zetten altijd aan tot contemplatie en dwingen de lezer tot een eigen inbreng.