Boeken / Non-fictie

Deeltjesversneller als jongensdroom

recensie: Peter Ginter, Rolf-Dieter Heuer en Franzobel - LHC: Large Hadron Collider

.

Hoe leg je het meest complexe, academische instrument ter wereld uit aan een leek? Door middel van prachtige foto’s en grafische voorstellingen, precies zoals het boek LHC: Large Hadron Collider dat doet. Het is een begrijpelijk jongensboek dat de gemiddelde lezer meer duidelijk maakt over de zoektocht naar de kleinste deeltjes in het universum.

Deze zoektocht wordt uitgevoerd door CERN, de Europese organisatie voor nucleair onderzoek. De LHC vormt daarbij het onmisbare, 27 kilometer lange meetinstrument dat deeltjes kleiner dan atomen moet aantonen. Het meetinstrument is op de grens van Frankrijk en Zwitserland ingegraven en vormt dé trots van de Europese academische wereld. Helaas is de LHC vrijwel onbegrijpelijk voor de gemiddelde mens. LHC is namelijk het grootste en wellicht het meest complexe academische project dat de mensheid ooit heeft voortgebracht.

Tot zover de makkelijk leesbare teksten over de techniek van de splijtmachine. De verduidelijking in LHC: Large Haldron Collider bestaat echter naast foto’s ook uit fraaie, grafische weergaven van metingen in de Collider. Het proces van waterstofatomen tot aan de hogesnelheidsbotsingen wordt zo enigszins geduid, maar blijft onbegrijpelijk. De rechte en kromme lijnen die de meetinstrumenten doorschieten zijn voor de lezer vooral kleurrijk. De allesomvattende theorie die bewezen moet worden met de LHC is wel erg veel om voor de normale man te begrijpen. Daarbij is het een boek over CERN, niet over de theorie van kwantummechanica of het Standaardmodel, de theorie die de LHC moet bewijzen.

De opening van het boek geeft het doel van LHC: Large Hadron Collider al aan. ‘Wetenschap is als seks, soms komt er iets bruikbaars uit, maar dat is niet waarom we het doen,’ aldus Richard P. Feynman, Nobelprijswinnaar 1965. Het is aardig gelukt om de LHC een beetje sexy te maken, zeker gezien het feit dat het onderzoek in de LHC ver voorbij gaat aan zichtbaarheid. De visuele uitleg maakt het besef van de complexe supergeleider tot een opwindende jongensdroom.

Door de uitleg naast de eindeloze hoeveelheid onbegrijpelijke kabels en buizen krijg je een gevoel voor de bijzondere waarde van CERN. Het is echter wel slechts een introductie die om veel meer diepgang vraagt voor de geïnteresseerde lezer. Daarmee scoort het boek minder hoog op de bruikbaarheidswaarde. Het is vooral een aardig boek om door te bladeren en je te verwonderen over de grootte van CERN. De geïnteresseerde leek zal een uitgebreidere uitleg willen hebben.