Boeken / Fictie

Wat de dood overhoop haalt

recensie: Patrick Gale (vert. Sophie Brinkman) - Bijschriften

.

Er wordt spanning opgebouwd, maar de weg naar de uiteindelijke (enigszins te geconstrueerd aandoende) ontknoping is een lange. Op die weg wordt uitgebreid kennisgemaakt met de levens van Rachel zelf, haar echtgenoot, kinderen, aanhang, vrienden en passanten. Ieder hoofdstuk begint met een ingekaderd bijschrift: zo’n toelichting die in musea terzijde van een schilderij hangt. Roman en bijschriften blijken elkaar steeds meer te overlappen.

Oppervlakkig

Onmiskenbaar wil Gale een verhaal schrijven dat er toe doet, maar zijn stijl lijkt op die van een verzorgd jeugdboek voor volwassenen. Dat Gale daarbij bepaald geen vrolijke onderwerpen kiest, kan dat idee niet wegnemen. Immers ook in een beetje eigentijds jeugdboek worden je de oren gewassen met schizofrenie, familietwist, depressies, dood en verderf. Het risico is dat een opeenstapeling van narigheden ietwat geforceerd kan aandoen, zeker als de schrijver er een opgeruimde stijl op na houdt.

Die stijl is mede daardoor aan de oppervlakkige kant, wat er vooral voor zorgt dat de driehonderd bladzijden een hele zit worden. Het verhaal heeft zeker vaart, er is afwisseling genoeg en de beschrijvingen zijn uit het leven gegrepen, ook al doen ze er verhaaltechnisch niet stuk voor stuk toe. De dialogen hebben vaak iets gemeenplaatserigs, maar, denk je dan, zo praten mensen kennelijk door de bank genomen. Gale is een vaardig verteller, maar de ongetwijfeld beoogde diepgang reduceert hij door de vele woorden die al te makkelijk uit zijn pen vloeien.

Oploskoffie

Het zou de raadselachtigheid in het verhaal ten goede zijn gekomen als het wat meer was ingedikt. Voordat de lezer zich iets afvraagt krijgt hij de antwoorden al ingepeperd. Gale is een alwetende verteller in het kwadraat. Op driekwart van de roman doen twee Canadese zussen plots hun intrede en gelijk worden ook hun hele doopcelen gelicht.

Dat Rachels echtgenoot een Morris 1000 Traveller rijdt zullen we een flinke alinea weten. ‘Hij was zo oud dat hij richtingaanwijzers had die er aan de zijkanten uit floepten’, en dan volgt ten overvloede: ‘in plaats van te knipperen’, waarna dan ook nog eens: ‘zoals bij normale auto’s’. Veel zinnen zijn enigszins plat informatief, zoals: ‘Ze vond hem heel aantrekkelijk, maar de seks was aanvankelijk geen groot succes doordat hij onervaren was, wat haar weer remde.’

Ergens wordt oploskoffie gedronken: ‘Heb je er suiker in gedaan?’ ‘Twee klontjes.’ ‘Geroerd?’ ‘Natuurlijk.’ ‘Maak er morgen dan maar drie van.’ Of neem de broodnodige informatie van een zin als: ‘De parkeerplek bij het huis was door iemand anders in bezit genomen, dus moest Hedley terugrijden naar de boulevard om de auto daar neer te zetten.’ Op die boulevard volgt niets van enige betekenis. Bijschriften had veel baat gehad bij meer verdichting en verstilling.