Boeken / Fictie

Broederliefde

recensie: Patrick DeWitt (vert. Caroline Meijer en Saskia van der Lingen) - De gebroeders Sisters

Twee broers die op elkaar letten en voor elkaar opkomen, tot de laatste snik als het moet. Broers die elkaar nodig hebben, ondanks dat – of juist doordat – ze tegenpolen zijn. De gebroeders Sisters is in ieder geval geen ‘normaal’ cowboyverhaal.

Het is 1851 en de beruchte gebroeders Charlie en Eli Sisters worden door hun baas, de Commodore, achter de goudzoeker Hermann Kermit Warm aangestuurd. Waarom? Hij heeft iets gestolen van de Commodore. De mannen vertrekken op hun krakkemikkige paarden vanuit Oregon naar Californië. Nou ja, het paard van Eli, Tub, is een beetje aftands. Charlies paard Nimble gaat nog wat vlotter. Eigenlijk passen de paarden wel bij hun berijders.

Gemankeerd verleden


Het verhaal van de reis wordt verteld door Eli, die niet alleen de lotgevallen van de broers op reis beschrijft, maar ook – en misschien wel vooral – wat hijzelf beleeft en wat hij allemaal leert onderweg.  Vanaf de eerste pagina is duidelijk dat de broers een geschiedenis te verwerken hebben. Maar in het Wilde Westen, waar wapens de macht hebben, is het verwerken van problemen meestal vooruitschuiven. ‘Beter na afloop, Eli.’

Eli is een dankbare prooi voor de kleinste tegenslag, zo lijkt het. Een spinnenbeet zorgt ervoor dat zijn hoofd opzwelt, een tandartsbezoek zorgt voor een omweg en Eli lijkt verliefd te worden op iedere vrouw die meer dan twee woorden met hem spreekt. En hij is wel erg gehecht aan een paard dat eigenlijk alleen nog maar goed is voor de slacht. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Charlie zo verzorgend is voor zijn broer, zij het op een afstandelijke en gewelddadige manier. Dat doet hij al sinds hun kindertijd – ook zo’n probleemgebied.

Bedriegelijk

Je hoeft problemen niet per se vooruit te schuiven, je kunt ze ook vergeten. Charlie doet het liefst allebei. Als wegrennen voor het verleden niet meer kan – als ze een avond in een hotel zitten bijvoorbeeld – dan gaat Charlie drinken. Brandewijn, liefst veel. ’s Ochtends verdrijft hij de kater met morfine en daar gaan de gebroeders, de ene aangeslagen op zijn aftandse paard en de andere zelf een wrak. Westwaarts, om hun opdracht te vervullen.

Maar laat je niet bedriegen. De reputatie van de gebroeders Sisters snelt hen vooruit, tot aan de randen van Californië aan toe. De obstakels op hun route worden vakkundig opgeruimd, of in een vlaag van woede. Vooral Charlie heeft daar last van. Eli minder – hij leerde van hun moeder een trucje om woedeaanvallen te verdrijven – een trucje waar Eli het liever niet over heeft. Net als hun trucje in vuurgevechten – dat geheim is levens waard. De staljongen die getuige was van een shoot-out moet het met zijn leven bekopen, want trucjes beschadigen ook de reputatie.

Tegenstelling zonder slachtoffer

Toch is Eli een schat van een jongen. Bij een tandarts krijgt hij een tandenborstel en poeder met een pepermuntsmaakje. Gecharmeerd door de frisse smaak in zijn mond besluit hij het iedere dag te doen. Meer nog, in zijn enthousiasme wil hij het tandenpoetsen delen. Nadat Eli de hechtingen uit zijn kaak heeft gehaald wil hij de receptioniste van hun hotel een demonstratie tandenpoetsen geven.

Het voorstel maakte haar enthousiast, want ook zij was onlangs tot deze methode bekeerd, en al snel pakte ze haar eigen spullen zodat we gelijktijdig onze tanden konden poetsen. Zo kwam het dat we even later zij aan zij voor de waskom stonden te schrobben, glimlachend terwijl onze monden zich vulden met schuim.

Ook Charlie krijgt een demonstratie, maar die is minder ontvankelijk. Misschien is dat wel de grootste tegenstelling tussen de twee broers: de een wil zijn problemen vergeten en verstoppen, de ander wil een schone lei. Die tegenstelling wordt mooi en minutieus uitgewerkt in De gebroeders Sisters. De aandoenlijke Eli en de licht ontvlambare Charlie zijn perfect op elkaar ingespeeld en vullen elkaar precies aan. Waar de een iets verliest, blijkt de ander iets te winnen.

Uiteindelijk is De gebroeders Sister een heerlijk boek, maar geen western, hoe zeer het daar ook op lijkt. Nee, het lijkt meer op Kerouac dan op Karl May. Waar May avonturen schreef, daar schrijft DeWitt een heuse road novel: niet dat de broers hun bestemming bereiken is van belang, maar hoe ze daar komen. Het is volkomen terecht dat die routebeschrijving boek van het jaar in de VS en Canada werd, de Governor General’s Award ontving en op de shortlist van de Booker Prize en de Giller Prize stond.