Boeken / Fictie

Geliefden van een onbeholpen soort

recensie: Paolo Giordano - De eenzaamheid van de priemgetallen

De eenzaamheid van de priemgetallen won in 2008 de Premio Straga, de belangrijkste literaire prijs van Italië. Paolo Giordano’s debuut is een troostrijk boek over twee jonge mensen die niet getroost willen worden. Twee priemgetallen die zich nauwelijks staande weten te houden in de buitenwereld. Met zoveel empathie geschreven dat je ze het liefst zou willen omhelzen, maar Mattia en Alice laten zich niet omhelzen.

De briljante Mattia schaamt zich voor zijn achterlijke tweelingzusje Michela en laat haar achter in het park als zij samen op weg zijn naar een kinderpartijtje. Bij terugkomst is Michela verdwenen. Ze zal nooit gevonden worden.

Alice wordt door haar vader gedwongen te skiën. Zijn obsessie voor de lange latten maakt haar opstandig en als zij tijdens een mistige afdaling bewust haar skiklasje verlaat, breekt ze op ongelukkige wijze haar been. Ze is voor de rest van haar leven kreupel.                                                           

Priemgetallen


Op de middelbare school ontmoeten ze elkaar. Ze zijn de twee uitgestotenen die tot elkaar veroordeeld zijn, de contactarme pubers die in elkaars armen gedreven worden. Mattia, die alleen maar tienen haalt en over een enorm wiskundig talent beschikt, analyseert: 

Mattia dacht dat Alice en hij zo waren, twee priemgetallen, alleen en verloren, vlak bij elkaar, maar niet dicht genoeg om elkaar echt aan te raken.

Mattia geeft met deze analyse blijk van een groot inzicht in menselijk handelen, iets waar hij juist in de rest van het boek zo’n tekort aan lijkt te hebben. De wederzijdse aantrekkingskracht is onvoldoende om Mattia en Alice werkelijk bij elkaar te brengen. Zij groeien uit elkaar, zoeken toenadering en groeien weer uit elkaar. Ze zijn ongeschikt voor de liefde, met wie dan ook, maar ook met elkaar. Voor hen is de adolescentie een scharnierpunt:

De middelbareschooljaren waren een open wond geweest die voor Mattia en Alice zo diep leek dat hij nooit meer zou kunnen helen. Ze waren er met ingehouden adem doorgekomen: hij door de wereld af te wijzen, zij door zich door de wereld afgewezen te voelen, en ze hadden gemerkt dat het niet veel verschil maakte.  

Alice en Mattia zijn geliefden van het meest onbeholpen soort. Waarom immers zoekt een meisje dat zich zo vaak afgewezen voelt toenadering tot een jongen die de hele wereld afwijst? Waarom laat een jongen een meisje toe in zijn wereld, terwijl hij weet dat haar liefde hem al snel te veel zal worden?

Vragen
Met al die vragen die Giordano opwerpt, blijft de lezer zitten als hij de laatste pagina heeft omgeslagen. De auteur beschrijft op indringende wijze de problemen waar zo veel jongeren in het rijke noorden van Italië mee worstelen: je afgewezen voelen, hoge verwachtingen, belang van uiterlijkheden. Giordano vergroot die eigenschappen in zijn karakters uit; Alice en Mattia zijn twee verzamelingen van eigenschappen waar iedereen wel iets in herkennen kan. Het is wonderbaarlijk hoe een verhaal over twee mensen die geen moment werkelijke liefde voor elkaar voelen, indringender en liefdevoller is dan veel ‘klassieke’ liefdesverhalen. Alice en Mattia leren de lezer niet hoe het niet moet. In de loop van het boek komen ze daar zelf al achter. Ze leren de lezer wel hoe het is om te leren leven met je beperkingen, maar daar hebben zij zelf niets meer aan.