Boeken / Fictie

Eindeloze overpeinzingen in een verwoeste stad

recensie: Nuruddin Farah - Terug naar Mogadishu

Een verhaal tegen de achtergrond van de Somalische burgeroorlog, waarin gevaar en ontreddering de boventoon voeren. Desondanks valt er vrij weinig in te beleven.

Jeebleh woont al twintig jaar in de VS en werkt daar als universitair docent. Zoals de titel al zegt: in Terug naar Mogadishu bezoekt hij de stad die hij ontvluchtte tijdens de burgeroorlog. Om zijn inmiddels gestorven moeder de laatste eer te bewijzen, af te rekenen met zijn aartsvijand en zijn beste vriend Bile te bezoeken. En als klap op de vuurpijl gaat Jeebleh ook nog op zoek naar een ontvoerd meisje dat magische krachten schijnt te bezitten. Alle ingrediënten voor een intrigerend verhaal zijn dus aanwezig. Maar helaas. Deze roman, de tweede in een trilogie over ballingschap, blijkt slechts een uitgebreide opinie over de Somalische samenleving.

Academisch geneuzel
Tijdens zijn zoektocht naar het geroofde kind ontdekt Jeebleh dat Mogadishu nu wordt geregeerd door twee krijgsheren, die tot twee aparte clanfamilies behoren. Door de clanpolitiek is het leven in Mogadishu nooit meer geworden zoals het was. In de kapotgeschoten stad vertrouwen de mensen alleen hun familieleden, al zijn ze nog zo ver verwant. Met verfijnde intelligentie benadert Jeebleh de problemen van zijn oude stad. Hij komt er al gauw achter dat het gewapende conflict nooit kan worden opgelost als de strijdende partijen blijven geloven in een systeem waarin de clanoudsten de baas zijn.

Om Raasta – het ontvoerde nichtje van zijn beste vriend 
 te vinden moet hij dus tot handelen overgaan, maar Jeebleh is het soort hoofdpersonage dat te veel tekst krijgt om zijn gedachten te vormen. Dit gaat ten koste van de daden die verricht moeten worden. Jeebleh komt zelf namelijk in aanraking met zijn clan, die maar wat graag Amerikaanse dollars zou ontvangen. Dit levert een spannende situatie op die echter met een sisser onduidelijk afloopt. Het is exemplarisch voor het gehele boek. Niet erg, als je een tot in het oneindige genuanceerde indruk wil krijgen van het Mogadishu na de kolonisten, de dictator en de imperialisten. Maar de plot lost op als zout in water door het overschot aan academisch geneuzel.

Tegen het negatieve beeld van de Somaliër
In een aantal westerse landen hebben autochtonen een negatief beeld van islamitische Somaliërs die daar wonen. Deze roman nuanceert dat beeld, door uit te leggen wat hun achtergrond is. En die nuance is met name gericht op de westerling. Maar Farah wil het allemaal te intelligent en uitgebreid vertellen, en gebruikt ook nog eens een magere intrige als kapstok. Het resultaat is een logge roman.