Boeken / Fictie

Zonderling met grote ambities

recensie: Nol de Jong - De rampzalige lengte van Philip Asjkenazi

Wat gebeurt er als een onzeker buitenbeentje besluit om belangrijk te worden? De hoofdvraag van Nol de Jongs nieuwe roman De rampzalige lengte van Philip Asjkenazi is boeiend, de uitwerking ervan echter niet overtuigend.

1.63m, dat is de rampzalige lengte van Philip Asjkenazi. Van jongs af aan is hij een buitenbeentje dat lijdt onder zijn ondermaatse bestaan. Tot hij een besluit neemt. ‘Alles wat ik minder was, zal ik voortaan meer zijn’, denkt Asjkenazi en vanaf dat moment verandert de verlegen, onopvallende jongeman in een arrogante narcist. En het werkt. Mensen gaan hem anders benaderen en hij krijgt zelfs de kans om in een oude kloosterboerderij een heropvoedingskamp voor kansarme jongeren op te richten. Dit project moet van Asjkenazi definitief een succesvol en belangrijk man maken.

Psyche onder de loep
Het boek begint met de onherroepelijke val van Philip Asjkenazi. De kloosterboerderij staat in lichterlaaie en de jongens aan wie hij een tweede kans wilde geven zijn dood.

De nachtelijke lucht stonk naar brand, naar brandend rubber, smeltend ijzer, geblakerde balken en voor wie er gevoelig voor was: naar geroosterd mensenvlees. Asjkenazi rook die geur sterker dan alle andere. Hij wist wie het waren, de jongens die hij niet had gered.

Het slechte einde wordt in het eerste hoofdstuk al verklapt en de roman haalt daarom zijn spanning niet uit de opbouw naar een onverwacht einde, maar richt zich op de vraag hoe het tot dit einde kon komen.

Asjkenazi’s psyche wordt onder de loep genomen en zijn handelingen worden stap voor stap verklaard aan de hand van zijn geschiedenis. Daardoor wordt Asjkenazi’s levensverhaal logisch, maar niet geloofwaardig. Het afstandelijke, analytische perspectief van het boek houdt het hoofdpersonage op afstand en het wordt moeilijk om zich met hem te identificeren. Asjkenazi wordt beschreven als een gepersonifieerd cliché.

Joodse geschiedenis
Enigszins clichématig zijn ook de verwijzingen naar de Joodse cultuur en geschiedenis. De naam Asjkenazi komt van de Joden uit Oost-, West- en Midden-Europa die Asjkenazim worden genoemd en Philips familiegeschiedenis doet denken aan het idee van de Joden als het lijdende volk.

De hele familie was […] van de ene dag op de andere in ongenade gevallen en vervolgd. De overlevering vermeldt geen andere aanleiding dan dat de familienaam, Asjkenazi, de tsarina plotseling als onbegrijpelijk en daardoor hinderlijk was voorgekomen.

Boven de poort van Asjkenazi’s heropvoedingskamp staat bovendien in grote, gietijzeren letters: RECHTOP ZEGEVIERT. Duidelijker kan een verwijzing naar concentratiekampen van Nazi-Duitsland amper zijn.

Onduidelijk blijft echter – in ieder geval voor de niet-Joodse lezer – wat de bedoeling van al die verwijzingen is. De verwijzingen worden nergens samengevoegd tot een groter idee en blijven losjes in de lucht hangen. Dit hindert de roman om boven het niveau van ‘vermakelijk verhaaltje’ uit te stijgen. De plotse wandel van een verlegen zonderling en de parallellen tussen de Joodse geschiedenis en die van de familie Asjkenazi zijn interessante uitgangspunten, maar het feit dat deze niet overtuigend worden uitgewerkt maakt deze roman tot een gemiste kans.