Boeken / Fictie

Een mildere Dijkshoorn is ook leuk

recensie: Nico Dijkshoorn - Kleine dingen

Nico Dijkshoorn is in de laatste jaren uitgegroeid tot een van de bekendste en felste columnisten van dit land. Zijn nieuwste verhalenbundel Kleine dingen laat zien dat ook een milde Dijkshoorn de moeite van het lezen waard is.

De kracht van Dijkshoorn schuilt in zijn schrijfstijl. Directe, makkelijk leesbare zinnen, met absurde overdrijvingen en meedogenloos grove formuleringen, en vaak die twee gecombineerd, lenen zich perfect voor zijn blog- en columnstijl. In de verhalen van Kleine dingen maken we kennis met een andere, soms melancholieke, dan weer vrolijke of idolate Dijkshoorn.

Intieme herinneringen


De verhalen zijn ondergebracht in verschillende delen, waarin Dijkshoorn zich van uiteenlopende kanten laat zien. In het deel Toen grijpt hij terug op zijn jeugd, met intieme herinneringen. In het deel De krant vergroot hij berichten uit tot in het absurde en in Helden schrijft hij haast eerbiedig over sporthelden als Jan Mulder en muzikanten als Tom Barman.

Het zijn tijdloze verhalen, die in tegenstelling tot de columns die hij schrijft niet bij de actualiteit hoeven aan te sluiten. En de thema’s zijn geen dingen waar Dijkshoorn zich kwaad over maakt. Het gaat hem met recht om kleine dingen, die hij doeltreffend weet te omschrijven. Later in het boek zien we ook de harde sarcastisch-ironische columnist weer regelmatig de kop opsteken, als hij herkenbare en geestige schetsen neerzet van ingedutte personen.

Gekunsteld


Verspreid door het boek zijn ook prozagedichten opgenomen. Hoewel die stukken een eigen charme hebben, zijn ze goed beschouwd niet meer dan op een aparte wijze opgeschreven verhalen, gedachtegangen eigenlijk. Op den duur doen ze gekunsteld aan, al zitten ook er rake melancholieke omschrijvingen tussen: ‘…maar liever nog/wil hij/eindelijk/weer eens/duimen die/naar sinaasappel ruiken..’

Toch zijn dat niet de sterkste onderdelen van deze bundel; dat zijn de verhalen waarin Dijkshoorn zich op zijn geheel eigen manier blootgeeft. Dat doet hij met gevoel voor ironie en met mooie, absurdistische omschrijvingen die in één zin een heel beeld oproepen. Daar laat hij zien dat hij niet hoeft te leunen op zijn snoeiharde humor om de aandacht te behouden en emoties los te maken bij zijn publiek.