Boeken / Fictie

Maandag begint moeizaam

recensie: Nicci French (vert. Irving Pardoen) - Blauwe maandag

Op een doorsnee maandag stapt bij psychoanalytica Frieda Klein een patiënt binnen. Hij vertelt over zijn wel zeer specifieke kinderwens. In zijn dromen heeft hij een roodharig zoontje met sproeten en een schooluniformpje. Even later blijkt exact zo’n jongetje ontvoerd te zijn.

Het is in Nicci French’ nieuwe boek al snel duidelijk dat droom en werkelijkheid opnieuw op een onbedoeld voorspelbare wijze met elkaar samenhangen. Het moet het schrijversduo evenwel nagegeven worden dat het wederom een bekwaam geschreven literaire thriller heeft afgeleverd. De sympathieke Frieda is net als zoveel van de vrouwelijke hoofdpersonen van Nicci French een kwetsbare, maar daadkrachtige en pientere speurster.


Hoofdpersoon en aanhang geïntroduceerd

Interessant is ook Frieda’s interne strijd met haar beroepsethiek. Ze blijft tot het laatst onzeker over haar keuze tussen de bescherming van de privésfeer van haar patiënt, Alan, en de mogelijkheid zijn verhaal te gebruiken om het kind te redden. Haar komische sidekick, de Hongaarse dakbedekker Josef, blijkt ondertussen over meer hart dan timmermanskunde te beschikken. Een komisch hoogtepunt is de wijze waarop hij letterlijk met de deur in huis het verhaal binnenvalt. De spanning wordt aangenaam opgebouwd tot de onvermijdelijke climax in de laatste hoofdstukken. Nicci French’ formule werkt nog steeds en zal ongetwijfeld ook de overige zeven delen van deze nieuwe serie tot een kassucces maken.

Het is voor het eerst dat Nicci French zich waagt aan een serie. Dit valt helaas aan alles te merken. Hoewel het verhaal als zodanig met gemak een zelfstandig spannend boek had kunnen dragen, leidt de uitvoerige introductie van Frieda en aanhang te veel af. Zo leren we naast de grappige sidekick Josef onder andere een veeleisende minnaar, een getroebleerde lievelingsnicht en een aftakelende vaderfiguur annex leermeester kennen.

Vooral in de beginpagina’s zijn al deze introducties wat te veel van het goede. Nicci French switcht op de automatische piloot tussen perspectieven, wil en passant nog wat vitale informatie over de verdwijningszaak kwijt en verzuimt de aandacht echt vast te houden.

Na maandag volgt…?

Toch mag de echte fan hopen dat dit kinderziektes zijn. Frieda’s psychoanalyse is weliswaar bij tijd en wijle erg speculatief, maar geeft de lezer voldoende aanknopingspunten om geïnteresseerd te raken in de vraag of Alan slachtoffer dan wel dader is. Zijn tweelingbroer Dean komt halverwege het boek een beetje als deus ex machina uit de lucht vallen, maar zorgt voor verrassende wendingen op het eind. Ook is de relatie met een eerdere verdwijning tweeëntwintig jaar geleden knap uitgewerkt.

De serie heeft, kortom, potentie. Ter verdediging kan worden gezegd dat maandag altijd de meest moeizame dag van de week is. Dit blijkt ook het geval voor Nicci French, die de basis heeft gelegd voor een waarschijnlijk veel levendigere en spannendere verdere week.