Boeken / Fictie

Het eindvonnis wordt versnipperd hier

recensie: Mustafa Stitou - Tempel

.

Stitou heeft vanuit zijn beschutte dichterspositie een open vizier op een wereld die zich niet beperkt tot zijn eigen omgeving, met dank aan een ruim voorstellingsvermogen. Hij beschrijft min of meer verbaasd en verwonderd wat hem in het oog valt en benadrukt, hoewel tegelijk haast terloops, het aardige en vaak ook bizarre.

Licht venijn
Nogal wat gedichten bevatten slechts enkele regels van expliciete verontrusting, van minimaal commentaar, alsof Stitou het niet op zijn geweten wil hebben de stemming à la dolce vita te bederven. Maar hij komt er niet onderuit dat in veel moois een angel steekt. Zeker die van de dood. Lees wat een eekhoorn te berde brengt:

                                je dood is het

eerste werkelijke dat je zal overkomen.
Ik herhaal: je dood is het eerste werkelijke
dat je zal overkomen. Als dit waar is,

dacht ik, spreekt een eekhoorn soms
de waarheid. Ik herhaal: spreekt een
eekhoorn soms de waarheid.

Een paar keer neemt een heel gedicht iets zogenaamd moois op de hak, bijvoorbeeld een verzorgde vakantie, ‘middelen/ om uit je lichaam de dood/ te verjagen’, biologisch boeren, Mekka, heilsverwachting. Er figureren veel dieren, koeien vooral. Dat schept een afstand die de destructie van mensen in een des te verontrustender perspectief plaatst.

Bundel als gebedshuis
De titel Tempel kan de locatie van de gedichten aanduiden: de bundel als gebedshuis. Niet gek als je bedenkt dat poëzie religieuze wortels heeft en nog vaak met een eerbiedigheid bejegend wordt die dichters tot halve priesters verheft. Hoe dan ook wil taal betekenis geven aan de belangrijke zaken van het onder- en bovenmaanse, ook al kan dat meer versluieren dan ontsluieren, waar de wetenschap op uit is.

hier wordt betekend benevens beneveld
kan men hier sterven leren en leven?
hier stokt het hanige heilige woord

staat in het titelgedicht. Poëzie beslaat het terrein waar we niet echt wijs uit worden. Religieuze teksten idem dito, hoe die ook in waarheid grossieren. ‘Tempel’ opent aldus:

Keer deze tempel de rug niet toe
hier strijken talrijke goden neer
van ademende waarheden is deze tempel vergeven
hier bespreekt het brein het brein
bezingt wonder wonder en tegenwonder

Gesloten circuit
Taal als duiventil voor stemmen die menen waarheden te spreken, maar dat doen binnen een gesloten circuit: het brein dat het brein bespreekt, het menselijk wonder dat het wonder van het leven bezingt en het tegenwonder van de dood. Het onvatbare reduceren we tot iets vatbaars: ‘er staan heelallen op de planken’, maar gelukkig ook ‘droefenis stelpende alfabetten’.

Tempel laat quasi onbekommerd zien dat alles van tegenstrijdigheid aan elkaar hangt, met geboorte en dood als kern. Het is de wankele basis waar het mee gedaan moet worden. Stitou beoefent als een soort doekje voor het bloeden veel berusting, liever kiezend voor een lichtere toets dan voor een sombere.