Boeken / Fictie

Sprekende stemmen in Fabers troosteloze wereld

recensie: De Fahrenheit-tweeling

Michel Fabers uitgever laat hem schrijven wat hij zelf wil en dat heeft een zeer divers oeuvre tot gevolg. Faber wekte interesse met zijn verhalenbundel Gods Speelgoed, bevestigde zijn talent met zijn sf-achtige debuutroman Onderhuids en brak door met de vuistdikke, Victoriaanse roman Lelieblank, Scharlakenrood. En nu is er een verhalenbundel over de troosteloze tijd waarin wij leven: De Fahrenheit-tweeling.

Michel Faber wordt alom geprezen om zijn empathie met de personages die zijn romans en verhalen bevolken, zijn fantasierijke plotwendingen en zijn precieze taalgebruik. Maar hij is bovenal bekend geworden door zijn vermogen om uiteenlopende stemmen te laten spreken. Dat lukt ook weer wonderbaarlijk goed in De Fahrenheit-tweeling, een verzameling verhalen waarin de wereld vanuit het perspectief van onder anderen een dakloze man, een welvarend Engels echtpaar in Schotland en een ex-heroïnehoer getoond wordt.

De wereld volgens Faber

~

Faber confronteert de lezer via de vervreemdende visie van buitenstaanders met datgene wat hij of zij gewoon vindt. Die ongemakkelijke omgang met de (Westerse) mensenwereld loopt als een rode draad door zijn oeuvre. Het lijkt wel alsof hij zich beter met de eenling kan identificeren, met de onaangepaste die simpelweg niet snapt hoe de maatschappij werkt. Zoals Faber zelf zegt in het verhaal Tabitha Warren: “Want hoe knap ze ook in elkaar zitten, we weten maar al te goed dat [haar boeken] niet geschreven zijn door katten, honden, dolfijnen, ratten of welke zoölogische protagonisten ze verder ook heeft afgewerkt, maar door een vrouw die er nooit helemaal de slag van heeft gekregen om mens te zijn.” Mij bekruipt het gevoel dat hij het hier over zichzelf heeft. De maatschappij, dat samengeklonterde geheel van mensen, ervaren de personages in zijn boeken vaak als bedreigend. Faber zelf woont met zijn geliefde en haar twee zoons op een afgelegen boerderij in Schotland, en zelfs daar trekt hij zich soms wekenlang terug in zijn studeerkamer, gevangen in een diepe depressie.

Het leven in deze hedendaagse Westerse wereld is grauw, volgens Faber. De meeste verhalen spelen zich af in troosteloze, Engelse industriesteden, onder grijze wolken en in miezerende regen. Eén verhaal neemt deze setting zelfs als uitgangspunt en beschrijft tot in detail het uitzicht van een bijstandsmoeder die met haar zoontje in een langzaam afglijdende achterstandsbuurt woont. Zij mijmert tijdens het kijken over waar ze zou willen wonen, zich tegelijkertijd beseffend dat ze dat nooit kan betalen. In de andere verhalen ligt het er niet zo dik bovenop, maar blijft de foeilelijke omgeving op de achtergrond opduiken: “‘Ik heb op het tapijt van je ouders in de hal gekotst,’ herinnerde Morpheus zich ineens. ‘Hindert niks, het kleurt er precies bij,’ zei Ildiko.”

Hoop en verlossing

~

In De Fahrenheit-tweeling zijn echter zo her en der kleine zonnestraaltjes doorgedrongen, als kleine lichtpuntjes in Fabers donkere wereld. Niet alleen in kleine, soms zwarte, humoristische terzijdes (zoals Ildiko’s opgewekte antwoord), maar ook in het gevoelsleven van zijn personages komt steeds vaker hoop voor. De ex-heroïnehoer tracht weer moeizaam een band op te bouwen met haar zoontje, dat haar jaren eerder door de sociale dienst is afgenomen: “‘Nee,’ dacht Gail automatisch, zoals altijd wanneer haar iets gevraagd werd dat niets met heroïne te maken had. Al het andere was te moeilijk.” Maar ze probeert het toch. En dan: “Het zou niet duren, maar ze voelde zich gelukkig, ongelofelijk gelukkig, en trakteerde zichzelf op het ene na het andere shot aanstekelijke opwinding.” Zo zijn meer verhalen doortrokken van Faberiaanse melancholie, maar wel met hoop op beterschap.

Die hoop op beterschap, verandering, verlossing desnoods, komt in veel verhalen terug. Een hol met twee uitgangen opende in dit opzicht mijn ogen. Een Engels echtpaar, gegoede ondernemers in aardewerk, rijdt na een sollicitatiegesprek met een toekomstige werknemer terug naar hun huis. Ze wonen in Schotland, klagen over het arbeidsethos en allengs blijkt ook hun huwelijk enige scheuren te vertonen. Plotseling rijden ze een wilde kat aan. Hun pogingen het gewonde beest te helpen nemen steeds hysterischer vormen aan, totdat hun eigen problemen vereenzelvigd lijken te worden met die van de wilde kat – evenals de oplossing ervoor.

Deze gelaagdheid is prachtig en geeft stof tot nadenken. Met name het titelverhaal biedt grootse mogelijkheden tot mooie, ingewikkelde denkpaden. Maar tegelijkertijd is het Faber niet altijd gelukt om in het korte bestek van een verhaal zowel een interessante plot als een boeiende gedachte te verwerken, waardoor sommige verhalen de indruk wekken onaf te zijn. Dan loont het de moeite de bundel even weg te leggen en rustig na te denken over Fabers woorden. De Fahrenheit-tweeling is een boek dat die tijd en aandacht meer dan waard is.