Boeken / Fictie

Vurig afgeraden

recensie: Michel Faber (vert. H. Damstra en N. Miedema) - Het vuurevangelie

Met Het vuurevangelie hoopt de Nederlandse (maar in het Engels schrijvende) auteur Michel Faber te delen in het succes dat pseudoreligieuze sensatiethrillers momenteel genieten. Het resultaat is echter op alle vlakken een mager beestje: amper 200 pagina’s waarin bovendien geen spoor van spanning, opwinding of zelfs aangename lectuur te vinden is.

De premisse van Het vuurevangelie biedt nochtans een goed uitgangspunt voor een controversieel verhaal. Theo Griepenkerl, een expert in oude talen, vindt in een stukgeschoten museum in Irak negen intacte boekrollen. Die blijken een integraal evangelie te bevatten dat een heel ander licht werpt op de figuur Jezus Christus. Bovendien is dit evangelie een stuk ouder dan de andere vier en weet men alleen van deze schrijver, in tegenstelling tot de andere, dat hij Jezus gekend heeft.

Flinterdun
Stof genoeg voor een universele revolutie in religieuze kringen, dus geeft de ongelovige Griepenkerl het boek uit. Met uiteraard de verwachte rellen, doodsbedreigingen en ethische uitwijdingen over de geoorloofdheid van het spelen met het geloof van mensen. Waar je dus potentieel een De ontdekking van de hemel voor de eenentwintigste eeuw hebt, is het resultaat een flinterdun boekje waarin Faber alles kwijt wil – godslastering, terrorisme, Irak, de gluiperige uitgeverswereld, extracten uit het evangelie – om uiteindelijk toch niets te zeggen. Hij wil meer dan Dan Brown zijn, maar – ongelooflijk maar waar – slaagt er uiteindelijk in een nog grotere stinker dan The Da Vinci Code te hebben geschreven.

Het grote probleem is dat het allemaal zo voorspelbaar en levenloos is. Een wetenschapper die een onbestaand en bovendien ‘godslasterlijk’ evangelie ontdekt, dat zou aanleiding moeten zijn voor de grootste opwinding en de meest perverse gedachten. Maar in plaats daarvan focust Faber zich op discussies over verkoopcijfers en het feit dat de dikke Griepenkerl nu opeens aantrekkelijk lijkt voor knappe uitgeefsters en agentes. Wanneer de man dan ook nog eens (voorspelbaar) te maken krijgt met extremisten, mondt het hele zaakje uit in een stukje Stockholmsyndroom-volgens-het-boekje.

Reinigend
Bovendien is het allemaal ontstellend slecht en saai geschreven, met beeldspraken die de tenen doen krullen. ‘Hij zette de doos voor zich neer en liep terug naar de flink leger geworden cd-kast, van waaruit haar cd’s hem aankeken met alle onverschilligheid die de popmuziek eigen is.’ In elk geval heeft ondergetekende zich nog nooit bekeken gevoeld door zijn cd- of boekenrek. Zich wassen verwoordt Faber aldus: ‘Hij wreef reinigend schuim op zijn behaarde onderlijf.’ Van de man die ons het Lelieblank, Scharlakenrood schonk, verwacht je meer dan dit soort gemakkelijke zinnen.

Valt er dan niets goeds te vertellen over Het vuurevangelie? Ja, je hebt het snel uit en je bent het meteen vergeten. Het vuur is gedoofd nog voor iemand zich eraan heeft kunnen branden.