Boeken / Non-fictie

Je been of je leven

recensie: Max van Rooy - Leve het been!

Journalist Max van Rooy werkte aan een biografie over zijn grootvader, architect J.P. Berlage, toen er in 2011 een kwaadaardige tumor in zijn rechterbeen werd gediagnosticeerd. Hij onderbrak zijn werk om een eigen biografie te schrijven: over zijn leven voor zijn beenamputatie en het leven erna, als eenbenige.

Ten tijde van de uitslag is een derde van Van Rooys bot reeds weggevreten. Dat het been waaraan de roman haar titel ontleent dus geen lang leven beschoren is, zal geen verbazing wekken. Wanneer Van Rooy na de amputatie zijn twee zoontjes op bezoek krijgt en zij als cadeau tekeningen van ‘allemaal opgewekte eenbenigen’ hebben meegenomen, besluit hij zijn wederwaardigheden op te schrijven. Twee dagen na de operatie begint hij ermee. Vaardig en met een gezonde dosis humor beschrijft Van Rooy de periode na de ingreep: van zijn verblijf in een revalidatiekliniek, waar hij een opleiding geniet tot ‘volwaardig eenbenige’, tot zijn terugkeer in en vertrek uit het ‘uitermate verticale’ Ruslandhuis, waar hij al meer dan dertig jaar woont, maar dat met al zijn trappen niet langer zijn thuis kan zijn.

Been eraf
Van Rooy heeft al twee jaar lang last van zijn rechterbeen, hoewel huisarts, fysiotherapeut en orthopedisch chirurg geen afwijkingen kunnen vinden. De zich daar ontwikkelende tumor wordt aldus aanvankelijk bestreden met ‘eindeloze fysiotherapie, ijsblokjes en steunzolen’, tot de pijn zo ondraaglijk wordt dat de orthopedisch chirurg vervolgonderzoek inzet. Deze keer is de uitslag even duidelijk als vernietigend. Van Rooy en zijn vrouw Anita krijgen de uitslag op de kinderafdeling, want de tumor komt vooral voor bij kinderen tot zestien jaar:

‘Is het been eraf ook een mogelijkheid?’ vroeg Anita. ‘Kan,’ zei de chirurg, ‘maar dit sarcoom is hoogst zeldzaam bij oudere mensen.’ Hij zei het op een wijze die ons deed voelen dat die zeldzaamheid mij ten deel was gevallen. En wij voelden ook dat hij doelde op het been eraf, toen hij het sarcoom ‘overzichtelijk’ noemde, ‘ook in de behandeling.’

Twee liefdes
De weg naar de diagnose en het herstelproces beslaan minder dan de helft van het verhaal. In de andere helft van Leve het been! beschrijft Van Rooy lichtvoetig en in een razend tempo de geschiedenis van de twee liefdes van zijn leven: zijn eerste vrouw, de bloedmooie Hedwig, die hij al jong verliest aan dementie en zijn zesentwintig jaar jongere partner Anita, met wie hij nog steeds samen is en met wie hij twee jonge kinderen heeft. Dat hij daarbij af en toe verzandt in wat al te pompeus taalgebruik is hem vergeven, zoals wanneer hij Anita beschrijft wanneer ze in Rome staat opgesteld ’tussen de verweerde kariatiden die bijna even groot zijn als zij en zonder zichtbare inspanning een loggia met hun hoofd schragen.’

Gezonde zelfspot
Van Rooy bewijst te beschikken over een gezonde dosis cynisme en een groot observatievermogen. ‘Ik heb geen vergelijkingsmateriaal’, antwoordt hij laconiek wanneer een journalist hem vraagt of het mee- of tegenvalt. ‘Pas als mijn andere been eraf is, zal ik je op die vraag antwoord geven.’ Ondanks de ernstige thematiek is de toon van dit boek net zo opgewekt als de eenbenige mannetjes die de aanleiding vormden tot het schrijven ervan. En uiteindelijk blijkt een verlies van het been ook nieuwe mogelijkheden te geven, zoals het houden van wedstrijdjes tussen de tweeling op de fiets en papa in zijn scootmobiel. In iets meer dan tweehonderdveertig pagina’s de gehele geschiedenis van een been, een huis en twee grote liefdes: doe het hem maar eens na.