Boeken / Non-fictie

Beter dan de reisgids

recensie: Mary Beard (Vert. Boukje Verheij) - Pompeii. Het dagelijks leven in een Romeinse stad

.

Het begin van Pompeii beschrijft verschillende inwoners van de oude Romeinse stad tijdens hun hopeloze vlucht voor de dodelijke lavastromen, puimsteenregens en gifgassen die de vulkaan Vesuvius in augustus van het jaar 79 uitstootte. Het is het huiveringwekkende begin van het door de wereldberoemde hoogleraar Klassieken te Cambridge Mary Beard opgetekende dagelijkse leven in Pompeii.

Reisgids
In makkelijk te volgen hoofdstukken verhaalt ze over de vondsten, het minutieuze onderzoek in de straten van Pompeii en het wetenschappelijke gekissebis over historische interpretaties van allerhande zaken als inscripties en slijtplekken op straatstenen. Beard beschrijft dit geruzie en ook de verschillende archeologische lezingen en neemt zelf heel duidelijk een zo objectief mogelijke positie in.

Niet zelden blijken de door toeristengidsen verkondigde ‘feiten’ helemaal niet zo zeker te zijn. Neem de datum van de uitbarsting. Volgens Beard ligt het veel meer voor de hand dat Pompeii niet op 24 augustus maar pas in de herfst of winter van 79 werd verwoest. Dit op grond van opvallende hoeveelheden herfstfruit dat is aangetroffen. Bovendien droegen veel slachtoffers dikke wollen kleren toen ze op de vlucht sloegen. Ook is er een Romeinse munt uit september van dat jaar gevonden. Maar die zou daar net zo goed kwijtgeraakt kunnen zijn door gevluchte inwoners die na de uitbarsting naar hun bezittingen op zoek gingen. Kortom, schrijft Beard ‘weten we al met al tegelijk heel veel meer en heel veel minder over Pompeii dan we denken’.

Hygiëne
Pompeii staat bol van de fantastische archeologische vondsten aan de hand waarvan Beard het dagelijks leven van de, vermoedelijk, 13 duizend Pompejanen beschrijft. De kroegen en de herbergen in de stad bijvoorbeeld, die net als in moderne steden grotendeels geconcentreerd waren in een wijk. Het eenrichtingsverkeer dat -zonder aanwezigheid van ook maar een enkel verkeersbord!- op de een of andere manier vanzelf tot stand kwam. De door ezels getrokken wagens konden elkaar simpelweg niet passeren in de smalle straten van Pompeii dus ze moesten wel. De straten fungeerden overigens ook als afwatering en deels als riool. Vandaar de hoge trottoirs. Dat de inwoners het niet bepaald nauw namen wat betreft hygiëne blijkt weer uit een tekst op de muur van een huis: ‘Poeper, zorg ervoor dat je het ophoudt totdat je voorbij deze plek bent.’

~

Het is overigens niet alleen de uitbarsting van de Vesuvius -en het werk van talloze archeologen- aan wie we zoveel kennis te danken hebben over het leven in de Romeinse tijd. Beard maakt ook gebruik van geschriften van antieke schrijvers als Columella, die in de eerste eeuw over de landbouw schreef. Hij raadde destijds de Pompejaanse ui aan als kwalitatief hoogstaand. Daarnaast wordt Plinius aangehaald. Hij was aanwezig in de Golf van Napels toen de Vesuvius uitbarstte en schreef het enige ooggetuigenverslag van deze ramp aan een beroemde historicus uit die tijd.

De kunst van het maken van gipsen afgietsels heeft ook de slachtoffers een ‘gezicht’ gegeven en dat op het fatale moment van het sterven. Op die manier zijn tientallen slachtoffers ‘geconserveerd’. Mary Beard geeft in Pompeii ruim baan aan de huiveringwekkende details van de sterfscènes, maar ze benadrukt naast het drama vooral de waarde die deze afschuwelijke vondsten hebben voor de kennis die we dankzij de uitbarsting van de Vesuvius in 79 hebben over de antieke geschiedenis. Dit zeer boeiende boek laat de lezer meekijken over de schouders van de wetenschappers in de hoop zelf alles eens van dichtbij te bekijken.