Boeken / Fictie

Schrijven als gebed

recensie: Martin Schouten - Het meisje met het hoofddoekje

De moord op cineast en columnist Theo van Gogh op 2 november 2004 zette Nederland op zijn kop. Tevens markeerde die gebeurtenis een absoluut dieptepunt in een op scherp staande samenleving, die steeds verder verdeeld raakte langs etnische en religieuze lijnen. In de nieuwe roman van Martin Schouten, Het meisje met het hoofddoekje, neemt deze moord een centrale rol in. Zij dient als uitgangspunt voor een zoektocht naar de essentie van religie. Hierbij krijgt met name de islam er flink van langs.

Martin Schouten (1938) heeft in de afgelopen dertig jaar een uitgebreid en veelzijdig oeuvre opgebouwd. Zijn voorlaatste roman, Zelfportret als neger (2006), is daar een goed voorbeeld van. Het boek droeg weliswaar het predicaat roman, maar hield het midden tussen een (autobiografisch) reisverslag en een betoog over jazz. Samen met een flinke aversie tegen ‘politiek correcte gedachtepolitiek’ leverde dat een gevarieerd maar tevens ongemakkelijk geheel op. In Het meisje met het hoofddoekje is het niet anders, zowel in vorm als inhoud.

Intertekstualiteit

Het meisje met het hoofddoekje begint met een reisverslag dat qua stijl en inhoud een eerbetoon is aan de Duitse schrijver W.G. Sebald. Sebalds werk De ringen van Saturnus (1995), een pelgrimage door het Engelse Suffolk, vormt het uitgangspunt voor een reis langs de Engelse kust. Dit deel staat binnen de roman op zichzelf en dient hoofdzakelijk om de hoofdpersoon te introduceren. Deze Ron is losjes op de schrijver zelf gebaseerd, waardoor het verhaal een licht autobiografisch karakter krijgt. Als Schouten veel later aan de Franse filosoof en literatuurvernieuwer Denis Diderot refereert, wordt duidelijk dat hij ook hier de grenzen van de traditionele roman opzoekt en doorkruist. Zowel Diderot als Sebald speelden immers een geraffineerd spel met literaire conventies.

Terug in Nederland blijft Ron een centrale rol spelen in de verschillende verhaallijnen die worden uitgezet. Het verbindende element in de levens van de opgevoerde personen is religie. Zo is er Ron zelf: streng gereformeerd opgevoed en op jonge leeftijd uit het gezin gezet na een breuk met het geloof. Zijn goede vriend en sparringpartner is Jacques, een homoseksuele en atheïstische joodse boekhandelaar. Met Shahara, een islamitisch meisje uit de buurtwinkel, zijn de drie voornaamste religies vertegenwoordigd. Dat haar gezinssituatie is gemodelleerd naar die van Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh, voorspelt niet veel goeds.

Duister

De problematische omgang van de hoofdpersonen met hun religieuze achtergrond brengt enige spanning in het verhaal, maar is niet de kracht die de lezer voortstuwt. Schouten probeert de lezer mee te nemen in een zoektocht naar verklaringen. De vraag waarom mensen geloven, staat hierbij centraal. Het antwoord is veelal negatief en dat levert een vrij duister verhaal op. Om een eenzijdige benadering van het thema te voorkomen, kiest de schrijver voor verschillende invalshoeken, wat leidt tot verrassende passages. Toch schiet Schouten af en toe uit de bocht, waarbij de toonzetting uiterst cynisch en vijandig wordt. Zo zet hij de Koran tegenover de Bijbel weg als een uiterst saai en potentieel gevaarlijk boek. Een conclusie die met enkele willekeurige citaten uit de Koran wordt gestaafd.

Toch gaat het te ver om Het meisje met het hoofddoekje af te doen als een simpel antireligieus statement, een spreekwoordelijke schop tegen de politiek correcte schenen. Schouten speelt een spel met literaire conventies en dat maakt zijn roman verrassend. Pogingen om tot de kern van religieus fanatisme door te dringen, leveren mooie stukken op. Zo wordt het gebed ontleed als een louterend gesprek met jezelf tegenover een denkbeeldige gesprekspartner, en ook hoofdpersoon Ron gaat bij zichzelf te rade. Dat maakt duidelijk dat religie onlosmakelijk met de mens verbonden is. Zij kan niet overbodig verklaard worden.

Een interessant en eigentijds boek dus, met een literaire knipoog. De poging om de romanvorm in te zetten om nieuw licht te werpen op een veelbesproken thema, heeft echter ook een keerzijde. De druk op de personages loopt door de alomtegenwoordigheid van de religieuze thematiek hoog op. Hun handelingen staan in het teken van religie en daardoor boeten de personages aan geloofwaardigheid in. Met name een aantal dialogen staat zo ver van de personages af, dat zij als een lege en gebruikte huls achterblijven. De verhaalvorm wordt daarmee slachtoffer van de inhoud en dat komt de leesbaarheid niet ten goede.