Boeken / Non-fictie

Postume blik

recensie: Martin Bril - Meisjes

.

Het is alweer bijna twee jaar geleden dat Martin Bril op 49-jarige leeftijd overleed. Nooit meer zal iemand met zo veel gezag rokjesdag kunnen en willen uitroepen. De koning van de kleine alledaagse observatie is heengegaan en heeft ons met een gat achtergelaten. Gelukkig vult hij dat gat zelf nu nog een keer op.

De erven van Martin Bril hebben namelijk een nieuwe bundel verhalen van de hand van Bril samengesteld met de titel Meisjes. Een titel die meteen duidelijk maakt waar de dikke veertig verhaaltjes over handelen. Meisjes gaat namelijk over… jawel: meisjes! Meisjes in alle vormen en gedaanten. Dikke meisjes, dunne meisjes, jonge meisjes, ouwe meisjes, boze meisjes, lieve meisjes, vrolijke meisjes en alle andere meisjes.

Alledaags

Elk verhaal laat ons in twee à drie pagina’s kennismaken met een willekeurig meisje dat Bril opgevallen is. We komen op een willekeurig moment in haar leven en verlaten het na een korte observatie ook weer om door te gaan naar de volgende. Het zijn typische Bril-momenten. Martin Bril zag dingen die we allemaal zien. Dag in, dag uit. Maar alleen als Bril het vervolgens op papier zet, wordt pas duidelijk hoeveel schoonheid er in deze ogenschijnlijk alledaagse observaties schuilgaan.

Al die kleine ontmoetingen van Bril op terrassen, op straat, in de kroeg of in de supermarkt tonen ons, in hun bescheiden uitsnede van het leven van de geobserveerden, een verhaal dat in geen enkel boek opgetekend kan worden. De wereld die schuilgaat achter deze vluchtige ontmoetingen is daarvoor te groot. Het is de kracht van Bril dat hij haar bij de lezer zelf weet op te wekken. Hij geeft met zijn heldere en rake observaties de lezer het startsein om zelf de juist getoonde glimp van die wereld te gaan onderzoeken.

Observeren

Bril ziet, maar duidt niet. En dat is zijn kracht. De lezer voelt het beeld dat hij ziet. Het enige gevoel dat Bril in zijn stukken stopt, is zijn bewondering voor en verwondering over de wereld om hem heen en de vrouw (het meisje) in het bijzonder. Alle andere emoties weet hij op te wekken door een welhaast klinische weergave van de werkelijkheid. Een schijnbare tegenspraak die de klasse van deze observator pur sang duidelijk maakt.

Waarschijnlijk zit Bril op dit moment vol bewondering vanaf zijn wolkje de wereld te beschouwen. Vervolgens schrijft hij haar neer en verrukt hij de overige engelen met de verhalen die ze zelf ontdekken in zijn beschouwingen over de nietige mensen daar beneden. Nietige mensen die het zonder hun observator zullen moeten doen. Maar dankzij Meisjes nu nog even niet.