Boeken / Non-fictie

Heimwee naar Martin Bril

recensie: Martin Bril - Heimwee naar Nederland

Nederland en Martin Bril: dat was een fijn huwelijk. Helaas is Nederland nu weduwe door het vroegtijdig overlijden van haar grootste minnaar. Gelukkig hebben we de liefdesbrieven nog. In Heimwee naar Nederland zijn bijna honderdvijftig hiervan opgenomen.

In Heimwee naar Nederland neemt Bril ons mee op reis door de alledaagse schoonheid van ons land. Exotische plaatsen zoals Visbuurt, Bontebok, Lichtmis en Domineesweg passeren de revue. De auteur weet als geen ander de pracht van het gewone te beschrijven, want hoe klein het plaatsje ook is, het ademt altijd de spruitjesgeur van het dagelijkse Nederland uit. En dat klinkt misschien saai, maar bij Bril verwordt de Blokker tot een paradijs en worden vuilcontainers tot een El Dorado.

Hoe mooi lelijk kan zijn
Van Maastricht tot Groningen en van de afsluitdijk tot Enschede, het wordt allemaal aangedaan en beschreven door de chroniqueur van het moderne Nederland; Martin Bril. Goed. Die tochten van de auteur leveren dan beschrijvingen op zoals deze:

Het Zuidplein in Rotterdam kun je geen mooi plein noemen – om niet te zeggen dat het een bijzonder lelijk plein is, schitterend lelijk eigenlijk. Het is zo’n plein waar het altijd harder waait dan elders. Bovendien komen er indrukwekkende verkeersstromen langs. Geen plein in een Nederlandse stad waar het zo druk is. Het lijkt wel alsof je in het buitenland bent.

Zelfs bij een lelijk Rotterdams plein weet Bril de schoonheid daarvan waar te nemen. Hij ziet de dynamiek, de levendigheid, de schoonheid van het banale. Dat is de kracht van Brils proza. Samen met de herkenbaarheid van de situatie, de vlijmscherpe observaties en kale registratie.

Hij gaf ons het zicht
Enfin. Wat kan er mooi zijn aan bijvoorbeeld een kruispunt? ‘Dat is een goede vraag. […] gelukkig is het wegdek hier gebutst, de berm vervuild met afval en de verkeerssituatie niet echt heel helder. Maar dat soort gebreken zijn niet wat een kruispunt mooi maakt, al helpt het wel. De schoonheid van Lichtmis schuilt in de rommelige levendigheid. Er komt veel verkeer over het kruispunt. Vrachtwagens, bussen, personenauto’s fietsers, kinderen, dagjesmensen. Er wordt geremd, opgetrokken, door rood gereden.’

Het klinkt allemaal alledaags en de meeste mensen zullen er niets bijzonders in zien. Maar Bril wel. En dat oog voor het gewone maakt de schrijver zo bijzonder. Ja. Door deze kleine stukjes proza wordt je blik als lezer weer gericht op je omgeving. Door zijn beschrijvingen ga je die weg die je dagelijks afrijdt eindelijk zelf ook eens zien. Echt zien. En daarmee komt de waardering voor wat er om je heen gebeurt. Het respect voor het gewone, de liefde voor het alledaagse. En, in het vervolg daarvan, het respect voor de man die dit mogelijk maakte. Martin Bril keek voor ons en deed ons weer kijken en genieten van de kneuterigheid van ons land. Want wat is er nou mooier dan het zonlicht op de ruiten van de Zeeman, de geur van de lokale vishandel of de stank van het langsdenderende verkeer op de A2? Niets toch?