Boeken / Non-fictie

Een Telegraaf als provocatie

recensie: Martijn Haas - Dr. Rat, Godfather van de Nederlandse Graffiti

.

Ivar groeit op in een artistiek gezin, getekend door twintigste-eeuwse verschrikkingen: zijn vader ontvluchtte Letland, zijn moeder zat in een kamp op Nederlands-Indië. Een makkelijk kind is Ivar niet. De punkcultuur van de jaren zeventig is hem op het lijf geschreven: ‘Favoriet zijn de Sex Pistols, uiteraard, al was het maar vanwege de losgeslagen bassist Sid Vicious voor wie hij na diens dood een speciaal gotisch sjabloon ontwerpt.’

‘Medisch Expressionisme’
De wortels van de Nederlandse graffiticultuur liggen in de Britse punkbeweging. Pas later zouden Nederlandse straatartiesten de zo kenmerkende Amerikaanse invloeden overnemen. Het is ook de punkcultuur die het werk van Ivar bepaalt. Zijn favoriete bands bijvoorbeeld, en de Amsterdamse tijdschriften en cultuurcentra waarvoor hij werkt. Maar ook drugs, veel drugs.

Zijn werk ziet Ivar als onlosmakelijk verbonden met zijn toenemende gebruik. Deze fascinatie drijft hij zover door dat hij als Dr. Rat een medicijnkoffertje met drugs bij zich draagt, en spreekuren houdt waarin hij verslaafden drugs toedient. Kunstenaar en vriend Erik Hobijn maakte dit van dichtbij mee en verwonderde zich over de termen die Ivar gebruikte:

‘We hadden het op een gegeven moment over horse, en kwamen tot de conclusie dat wij allen jockeys waren, die ons paard bereden. En dat de vorm waarbinnen wij dit etaleerden het Medisch Expressionisme was.’

Telegraaf
Met Dr. Rat, Godfather van de Nederlandse graffiti schreef journalist Martijn Haas het tweede deel van zijn drieluik over het creatieve Amsterdam van rond 1980. Krakersrellen, de opkomst van een do it yourself-mentaliteit bij punkers, maar ook de alternatieve strips van stripwinkel Lambiek droegen bij aan het klimaat waarin Ivar zijn faam uitbouwt. Haas interviewde betrokkenen en selecteerde veel beeldmateriaal om de periode mee te reconstrueren.

Toch beschrijft hij de ongrijpbare Ivar niet als zomaar een kind van zijn tijd. Hij laat zien dat deze zich binnen de punkbeweging keert tegen het gezag, maar dat hij evengoed met een Telegraaf in de hand slapende krakers wakker schopt. Of ze alsjeblieft werk willen zoeken.

Zijn idee van recalcitrantie hield niet op bij het agiteren tegen autoriteiten, linkse punks provoceren met het leesvoer van de Hollandse burgerman vond hij net zo leuk.

Op het moment dat Ivar in juni 1981 aan een overdosis methadon overlijdt, is hij een ster binnen de Amsterdamse underground. Hij wordt gevolgd door nieuwsgierige journalisten, heeft een kortstondige relatie met Nina Hagen, en is baanbrekend als straatkunstenaar. In Paradiso proberen hij en Hobijn bijvoorbeeld met olifantenstront en muziek de Amsterdamse ordeloosheid te vangen. Met succes, zo blijkt, want de directie besluit vroegtijdig de avond te beëindigen.

Observator
Dr. Rat verwondert niet alleen zijn tijdgenoten, maar ook de lezer. Haas legt verbanden tussen de traumatische levenservaringen van zijn ouders en zijn moeilijke gedrag, en vergelijkt diens werkwijze met de brede kunstdefinitie van de dadaïsten. Maar dit journalistieke verslag mist een analyse van het biografisch onderwerp zelf. Ivar kan zich dan goed aanpassen aan uiteenlopende situaties, en is binnen de punkbeweging eerder ‘observator, boodschapper en initiator’ dan politiek inspirator; het maakt niettemin nieuwsgierig naar zijn motivaties. Helemaal omdat hij zich als straatkunstenaar, kraker en punker beweegt op de grens tussen idealisme, romantiek en criminaliteit.

Een geslaagde historische reconstructie is Dr. Rat wel. De eigenzinnige Ivar ViÄs en zijn biografie weerspiegelen een tijdsbeeld en een subcultuur, verpakt in deze prachtige uitgave vol foto’s en tekeningen. Martijn Haas herinnert ons zo de vroege jaren tachtig, en hoe creatief en turbulent die jaren ook in Nederland waren.