Boeken / Fictie

‘Ik heb mijn piano opgegeten’

recensie: Lionel Shriver - Big Brother

.

met Wim Brands zegt Lionel Shriver dat Big Brother geen biografie is van haar broer Greg, noch een autobiografie van zichzelf. Ze wil hem niet beroemd maken met als aanleiding of kern dat hij zich dood had gegeten. Nee, hij was haar broer, ‘bij wiens ingrijpende, fantastische, verbazingwekkende leven elke fictie verbleekt.’

Shriver (1957) beschreef in haar (tevens briljante verfilmde) We moeten het even over Kevin hebben (2003) een van de laatst resterende taboes: de moeder die niet van haar kind houdt. Haar nieuwste roman behandelt wederom een overgevoelig punt, een van de grootste problemen van de westerse wereld: obesitas. Een beschamende welvaartsziekte in vergelijkend perspectief met het hongerlijdende Afrika, en doodsoorzaak nummer vijf wereldwijd.

Poppenkast

Nietsvermoedend wacht Pandora op haar broer Edison op het vliegveld Cedar Rapids, Iowa. Zij heeft hem jaren niet gezien. Opgegroeid in Los Angeles en dochter van een bekend tv-acteur, is Pandora nooit erg happig geweest op aandacht, waardoor het wonen in Iowa geen obstakel voor haar is. Hard werken illustreert haar ijver en toewijding: onbedoeld is zij een succesvolle onderneming gestart die op echte mensen gebaseerde, sprekende trekpoppen maakt. Op komische wijze parodiëren deze poppen de tekortkomingen van de ‘echte’ variant, met als doel lichtzinnig hun gebreken en basaliteit te relativeren: ‘Ik loop de hele dag alleen maar te rennen, te rennen, te rennen, te rennen!’ ‘We gaan nooit een parkeerplaats vinden’.’‘Ik wed dat het al is uitverkocht!’

Als Edison eindelijk arriveert, is de verbijstering te groot om uit te spreken. Haar broer, ooit een succesvol jazzpianist, is onherkenbaar geworden, opgeslokt in dikte en aandoenlijke traagheid. Zijn energie, aantrekkingskracht en slanke postuur zijn verwoest: Edison is verworden van een lookalike van Jeff Bridges tot een creatuur à la Jabba the Hut. Pandora bedwingt haar tranen en neemt hem mee naar huis. In de twee maanden dat Edison bij het gezin verblijft, wordt er niet of nauwelijks ‘over de olifant in de kamer’ gesproken. Pandora observeert haar broer en overdenkt het raadsel terwijl zij onvermoeid voor hem zorgt en hem nauwelijks aanspreekt op zijn nieuwe levensstijl, ook al lijkt hij het huis bijna af te breken. Deze poppenkast zorgt ervoor dat echtgenoot Fletcher Pandora uiteindelijk voor een ultimatum stelt: hij eruit of ik eruit. De keuze die Pandora vervolgens maakt is verrassend en vergaand. Het luidt tevens het tweede deel van het boek in.

Eet en ik zal oordelen

De focus in het tweede deel ligt op de interactie tussen broer en zus, die een hoop oud zeer blootlegt. Edison vertelt uiteindelijk waar de vetzucht werkelijk begon, toen de optredens begonnen te slinken en hij op den duur in geldnood zijn piano moest verkopen. Van dat geld begon hij te eten, te schrokken, in een poging datgene te vullen wat nooit gevuld kon worden. Het slot van het boek bevat een ongelooflijk knap geformuleerde, maar zware twist: de illusie is compleet.

Big Brother kan, naast dat het een verhandeling biedt over familierelaties, een waar inzicht bieden in eten. Waarom eten we veel meer dan we nodig hebben? Waarom proeven we ons eten niet, waarom bevredigt het eten ons niet? Hebben we werkelijk honger, of zijn we simpelweg verveeld? Is eten werkelijk zo leuk, of ligt de reden van veel eten in het feit dat de rest van ons leven eigenlijk veel minder leuk is dan dat? Waarom wordt een dik mens automatisch tot een verkeerd mens veroordeeld, en waarom keuren we mensen die veel eten eigenlijk af? Shriver is geslaagd in het onderbouwd stellen van deze vragen, en voegt daarmee een literair geslaagde, geëngageerde roman toe aan dit zeer actuele debat. Het feit dat dit verhaal autobiografisch is gefundeerd, maakt dat dit een zoveel gelaagder en rijker document is dan een eendimensionaal pamflet. Een monster van een onderneming, waarvoor de grootste complimenten.