Boeken / Fictie

Onlosmakelijk verbonden

recensie: Lars Fiske (vert. Kim Snoeijing) - Herr Merz

Kurt Schwitters (1887-1948) probeerde een totaalkunstenaar te zijn. Merz, zo noemde hij zijn eigen kunst (beweging). Binnen deze kunstvorm was het project Merzbau zijn levensdoel. In de biografische strip Herr Merz laat Lars Fiske zien waarom Schwitters een geval apart was.

Op een dag in 1921 komen Kurt en Helma Schwitters samen met Raoul Hausmann en Hannah Höch aan in Lobositz. Hausmann en Höch gaan kijken of er nog kamers in het hotel beschikbaar zijn, Kurt en Helma blijven achter. Wanneer Hausmann en Höch terugkomen blijkt dat Kurt zijn koffer compleet heeft uitgepakt. Waarom? In de linkerhoek van collage 30B1 moet een stukje blauw. Duurt maar even.

Uitgespuugd
In zijn jeugd lijkt Schwitters geen bovenmatige belangstelling voor kunst te hebben. Die komt pas nadat wat kinderen zijn tuin vernielen, waardoor Schwitters een epileptische aanval krijgt. In zijn herstelperiode ontdekt hij de schilderkunst, geïnspireerd door de maneschijn. Hij gaat een opleiding tot schilder volgen in Hannover en Dresden. Tijdens deze opleiding ontmoet hij zijn latere vrouw, Helma.

Maar Schwitters interesse blijkt breder dan alleen de schilderkunst. Al snel maakt hij collages, abstracte kunst en plastische kunst. Dat alles in het besef dat niemand hem zal begrijpen of accepteren; zelfs de Dadaïsten uit Berlijn moeten niets van hem hebben. Dit ligt echter niet aan zijn kunst, maar aan het feit dat hij buiten zijn kunstbeoefening om een burgerlijk man is. Als antwoord op hun afwijzing start Schwitters zijn eigen beweging: Merz.

In de tekeningen van Fiske wordt overigens wel duidelijk dat het verschil tussen Merz en Dada beperkt is tot die politieke dimensie van de bewegingen. De twee stromingen hebben een vergelijkbare vorm en overeenkomende esthetica. De gedachte er achter verschilt, het product van die gedachten niet zo zeer.

Verzet
Merz, de tweede lettergreep van het woord commerz, is anti-dada. Inzoverre dat de Berlijnse dada een politieke beweging aan het worden is. Schwitters is zelf enkel geïnteresseerd in kunst. Merz is dan ook te beschrijven als apolitieke dada. Schwitters belangrijkste werk is de Merzbau, een totaalkunstwerk dat literatuur, poëzie, theater, beeldende kunst en beeldhouwkunst in zich verenigt. Wat oorspronkelijk zijn atelier is groeit uit tot een kunstinstallatie van meerdere verdiepingen, vol met thematische grotten.

Schwitters was bezeten van zijn kunst. Het beheerste zijn leven. Alles moest er voor wijken, zo lijkt het. Sterker nog, Schwitters was kunst. Niet alleen alles wat hij maakte was kunst, maar de man zelf werd het uiteindelijk ook. Het grootste Merz-werk is Herr Merz zelf.

Rondgang
In Herr Merz laat Lars Fiske behalve Schwitters zelf ook diens vrouw en zoon aan het woord, naast talloze anderen die Schwitters persoonlijk hebben meegemaakt, of hem grondig bestudeerd hebben. Maar ook Fiske zelf komt aan het woord. Samen met een vriend maakt hij een reis van Merzbau naar Merzbau. Beginnend in Hannover, via Noorwegen naar Engeland. Onderweg ratelt Fiske door over Schwitters terwijl de vriend daar cynisch tegenover staat.

De tekeningen in Herr Merz zijn aangepast aan wie aan het woord is. Zo zijn de afbeeldingen met Fiske in de hoofdrol wat je zou verwachten in een moderne strip. Wanneer gebeurtenissen die plaatsvinden in het verleden worden verbeeld past de stijl zich aan tot wat je zou verwachten bij de historische avant-garde. Veel vergeeld papier, rood en zwart, veel geometrische figuren en strakke lijnen met duidelijke, heldere lettertypen.

Grafische biografie
De vorm die Fiske heeft gebruikt voor zijn biografie van Schwitters is niet alleen esthetisch interessant, maar voegt een extra laag toe aan het werk. Behalve een blik op het leven van Schwitters geeft het ook inzicht in zijn kunst. De afbeeldingen zijn gebaseerd op Schwitters werk en evolueren door het werk heen. Die tweeledige inleiding (in de kunst van) Schwitters laat de mogelijkheden van de biografie in stripvorm zien.

Herr Merz geeft een goede inleiding tot Kurt Schwitters. Niet alleen als beeldend kunstenaar, maar ook als mens. De man wil zijn hele leven enkel kunst maken, in het besef dat hij weinig tot geen erkenning zal krijgen voor zijn Merz. Hij gaat er echter tóch mee door, zelfs als zijn kunst als ‘entartet’ wordt bestempeld door de Nazi’s. Het is Fiske gelukt om deze geobsedeerde man sympathiek te maken, in een vorm die Schwitters ongetwijfeld interessant had gevonden.