Boeken / Fictie

De hond van Koos is grappig

recensie: De clown die uit de lucht kwam vallen

Humor is een heikel punt. Wanneer de een zich de tranen in de ogen lacht, kan er bij de ander misschien een glimlachje vanaf, of zelfs alleen een opgetrokken wenkbrauw. Koos van Zomeren heeft het twee jaar lang volgehouden om voor het NRC Handelsblad stukjes over, en mét!, zoals de omslag geestig meldt, humor te schrijven. In De clown die uit de lucht kwam vallen is een selectie gebundeld.

~

Wanneer columns of cartoons gebundeld verschijnen, zijn ze meestal allang niet leuk meer. De actualiteit is voorbij, alle achtergrondkennis die je toen had om de pointe van zo’n grapje te begrijpen, al die kennis is vervaagd. Zo’n column roept een ‘oja’ op, maar meer ook niet.
Gelukkig zijn de columns van Koos van Zomeren niet actueel en ook nooit geweest. Je zou er echter wel om kunnen lachen, want ze gaan namelijk over leuk. Over wat mensen aan het lachen maakt, over een goede grap die Koos zelf ooit heeft uitgehaald of over grapjes die altijd hebt willen maken, maar waar nooit het geschikte moment voor aanbreekt.

Prima te verteren

De columns in de bundel moeten losstaand prima te verteren zijn geweest. Stukjes van deze soort, miniaturen, zijn namelijk meestal kunststukjes op zich, humor of geen humor. Maar zo samengebracht dringt zich bij lezing een ongemakkelijk gevoel op. De meeste stukjes zijn helemaal niet leuk of grappig. De wenkbrauw gaat niet eens omhoog. En de stukjes die eventueel grappig zouden kunnen zijn, hebben al vanaf de eerste zin dat geforceerde toontje van iemand die zo onverschillig mogelijk een grapje probeert te maken. Alsof Van Zomeren heel zijn leven gewacht heeft om precies in dít stukje deze grappige uitspraak te doen.

Aftakelend huisdier

~

Het hele probleem van de stukjes is, dat ze gepresenteerd worden als stukjes over (en met!) humor. Was het een verzameling columns zonder die bijbedoeling, dan was De clown die uit de lucht kwam vallen prima geslaagd. Stukjes over zijn antieke hond Rekel zijn dicht op de huid geschreven en onthullen een innige relatie met een aftakelend huisdier. Maar vanwege die humor moet ik in elk stukje op zoek naar dat zogenaamd grappige, en als het niet grappig is; naar wat Van Zomeren dan over Het Grappige te melden heeft. En daar is geen lol aan te beleven, want beide kan ik niet vinden.

Te droog

De zeventig stukjes zijn allemaal anderhalve pagina lang en zijn in een knisperend droge stijl geschreven. Soms werkt dat, maar meestal ook niet. En de vraag is dan of stukjes die over humor gaan ook humoristisch moeten zijn. Ik denk van wel. Koos van Zomeren wil het echter bewust droog houden. Misschien omdat dan de humor beter tot zijn recht komt. Nou ken ik inderdaad de soort die droge humor heet, maar die Van Zomeren is me een beetje te droog. Maar ja, ieder zijn verzetje. Er zullen vast mensen zijn die kunnen lachen om een oude man met een hond.