Boeken / Fictie

De held zit net te poepen

recensie: Kees Ruys - Hotel des Indes

.

Opvallend in deze roman van reisschrijver Ruys zijn de omslachtige en onnauwkeurige formuleringen. Neem de volgende zin halverwege het boek:

Ik ben geen man die op een vliegveld met zijn neus tegen een ruit gaat staan om iemand die zojuist is aangekomen alvast met zijn ogen op te zuigen, alsof hij diegene liever nu dan over tien minuten zijn vakantie af wil pakken.

Met deze ingewikkelde krukzin probeert Ruys kennelijk duidelijk te maken dat de ik–figuur niet heel ongeduldig van aard is. Zou het niet sterker zijn als hij in rake bewoordingen aangeeft wat de ik–persoon wél is en dat liefst op een beeldende wijze? ‘Showing, not telling’ heet dat in de schrijfkunst. Ruys doet consequent het omgekeerde.

Het verhaal is de liefdesgeschiedenis van de held, die reiziger en schrijver is, en de fotografe Esther. Deze liefde wordt in superlatieven beschreven. Wanneer de held aan haar denkt, komen er ‘visioenen’ voor zijn geestesoog. Als ze vrijen, bevinden ze zich in een ‘staat van verrukking’, ze ‘versmelten’ en ‘worden één lichaam’, ‘een octopus’ (acht ledematen aan één lichaam) of ‘een Siamese tweeling’ (twee zielen in een lichaam). Daarnaast beschrijft Ruys de relatie tussen de held en zijn zeer dierbare overleden vader.

Bange schijterd
Deze roman laat zich op twee manieren lezen. De eerste is dat de lezer aanneemt dat de held een boeiend personage is. Hij reist immers over de wereld en houdt zich als schrijver intensief met literatuur bezig. Er ontstaat een stormachtige liefdesrelatie met de fotografe Esther, maar die mislukt en de held valt terug in zijn solitaire bestaan. Deze lezing is echter niet goed vol te houden. Als reiziger blijkt de held een voorkeur te hebben voor nogal veilige bestemmingen. Hij zoekt vooral natuurbeleving en rustieke oorden. Hij lijkt een man te zijn die niet reist om de wereld tegemoet te treden, maar die juist te ontwijken. Ook de literatuur die hij leest is weinig avontuurlijk: J.C. Bloem, J.H. Leopold, M. Nijhoff. Weinig buiten de gecanoniseerde literatuurlijst.

Een andere manier om dit boek te lezen is om ervan uit te gaan dat Ruys dat allemaal met opzet doet. Het leven dat de held leidt is een pose; reizen, schrijven en lezen, het lijkt heel wat, maar stelt uiteindelijk weinig voor. Zo vertelt hij Esther van een subliem moment in Indonesië, maar dat lijkt zo uit een B–film te komen. De held is in wezen een bange man, wil Ruys zeggen, alleen Esther confronteert hem met het echte leven. De passie die tussen hen ontstaat, is geen pose, maar echt. Dat hij daar niet geschikt voor is, wordt wel duidelijk tijdens een vakantie in een onbedorven deel van Portugal. Esther komt in een riskante situatie terecht, maar de held doet niets omdat hij op dat moment net zit te poepen. Zowel Esther als hijzelf ziet in dat hij in de kern een bange schijterd is.

Het is niet helemaal duidelijk of Ruys deze tweede lezing werkelijk beoogde. De lezer moet het boek er wel voor naar zijn hand zetten. Maar als de held als werkelijk interessant bedoeld is, komt dat slecht uit de verf. Daarvoor is hij te oppervlakkig. Misschien wist Ruys zelf ook niet helemaal wat hij wilde schrijven, anders had hij dat wel wat preciezer gedaan.