Boeken / Fictie

Wat een vrouw en een boot gemeen hebben

recensie: Josha Zwaan - Zeevonk

Zeevonk is een zeldzaam natuurverschijnsel: miljoenen minuscule kwalletjes scheiden vlak onder het zeeoppervlak een blauwig licht af. Eerst lijkt het de weerkaatsing  van de maan, maar als je langer kijkt, zie je dat het licht uit het water zelf komt. De nieuwe roman van Josha Zwaan doet aan dit natuurverschijnsel denken.

De nieuwe roman van Josha Zwaan doet aan dit natuurverschijnsel denken.

Freya wordt vlak voor de Tweede Wereldoorlog geboren in Nederlands-Indië. Haar eerste levensjaren brengt ze samen met haar moeder door in een Japans interneringskamp, terwijl haar vader aan de Birmaspoorweg te werk wordt gesteld. Freya’s moeder is harteloos en lijkt zich niet om haar enige dochter te bekommeren. Na de oorlog vluchten moeder en dochter naar Nederland en twee jaar later voegt vader zich bij hen.

Freya’s droom is al van kinds af aan om een zelfstandige vrouw te worden: onafhankelijk van alles en iedereen. De keerzijde is dat ze zich moeilijk aan anderen kan binden en zich defensief opstelt. Paradoxaal genoeg neemt ze ook vaak ondoordachte beslissingen die haar in situaties brengen waarin ze kopje onder gaat.

Omwentelingen
Nadat ze een aantal jaar als verpleegster heeft gewerkt, verlaat ze plotsklaps huis en haard om in Nieuw-Zeeland met een wildvreemde Nederlandse man te trouwen. Het huwelijk wordt niet wat ze ervan had gehoopt. Ze krijgen samen een zoontje, maar dat keert zich steeds meer van haar af. Net als haar eigen moeder is Freya niet in staat moederliefde te tonen.

Als haar affaire met de pianoleraar uitkomt, moet ze man en zoontje verlaten en keert ze terug naar Nederland; op het beroemde schip de Achille Lauro. Wanneer ze haar baan als verpleegster weer heeft opgepakt en ze in wat rustiger vaarwater lijkt te zijn beland, leest ze in de krant dat de Achille Lauro op zoek is naar verplegend personeel voor haar luxueuze vakantiereizen. Wederom gooit ze het roer om.

De Achille Lauro: een sprekend schip
Door het levensverhaal van Freya is het verhaal over de Achille Lauro geweven. Een leven dat veel gelijkenissen vertoont met dat van Freya: varend van de ene ramp naar de andere, nooit echt contact makend en nergens thuis. Zwaan voert het schip sprekend op. We lezen hoe het zich voelt, wat het heeft meegemaakt en hoe het altijd weer opleeft als Freya op de loopplank verschijnt. Deze kunstgreep lijkt kinderachtig, maar werkt in dit boek verbazingwekkend goed. Het geeft de schrijfster de mogelijkheid om een en ander over het schip te vertellen zonder dat het boekenwijsheid wordt die droog wordt opgedist.

Het verhaal is zo verteld dat we steeds een beetje meer informatie krijgen over de mysterieuze Freya. Waarom hield haar moeder niet van haar? Waarom geeft zij haar echtgenoot en zoontje zo gemakkelijk op? Wat is die aantrekkingskracht waardoor ze steeds weer naar de Achille Lauro wordt getrokken? Het boek ontpopt zich tot een gelaagd en bijzonder knap geconstrueerd verhaal. De stijl is hier en daar wat clichématig en weinig verrassend, maar toch stoort het niet erg en de schrijfster houdt je het hele boek bij de les.

Wanneer Freya ouder wordt, sluit ze zich steeds meer af van de mensen om haar heen. Ze kan niet omgaan met de schaamte over het feit dat ze haar zoon heeft verlaten en na verloop van tijd is het enige contact dat ze nog heeft uitgerekend dat met haar moeder. Voortschrijdende dementie zorgt ervoor dat de moeder steeds opener wordt en voor het eerst in staat is emoties te tonen. Moeder en dochter spreken samen over het kampverleden en bij Freya komen steeds meer verdrongen jeugdherinneringen boven. We gaan langzaam maar zeker begrijpen door welke gebeurtenissen deze vrouwen getekend zijn.

Ademruimte
Zwaan combineert de verschillende verhaallijnen bijzonder knap en ze doseert de informatie die noodzakelijk is om Freya te doorgronden fraai. Aan het einde blijft nog voldoende te raden over en ook dat is een grote verdienste. Zwaan had op veel momenten sentimenteel kunnen worden, maar doet dat niet. Ze had het verhaal kunnen dichttimmeren met antwoorden op de vragen die ze opwerpt, maar ook dat ontwijkt ze handig. Het zorgt voor de noodzakelijke ademruimte in dit uiterst tragische boek. Als je de laatste pagina omslaat, voel je berusting over een leven dat eigenlijk nooit begonnen is en nu al is geëindigd.