Boeken / Fictie

Postuum succes

recensie: John Williams (vert. Edzard Krol) - Butcher's Crossing

Nadat John Williams’ lang vergeten roman Stoner vorig jaar maandenlang boven aan de Nederlandse bestsellerlijsten stond, kon een vervolg niet lang op zich laten wachten. Uitgeverij Lebowski bracht daarom ook zijn tweede roman, Butcher’s Crossing, opnieuw uit.

John Williams beschouwde Butcher’s Crossing (1960) zelf overigens als zijn eerste roman, aangezien hij Nothing but the night uit 1948 later nietig verklaarde. De stijl van de roman is dan ook minder gepolijst dan die van het veelgeprezen Stoner, dat vijf jaar later zou verschijnen, maar nog altijd sterk gebalanceerd en boeiend in zijn eenvoud.

Bildungsroman

Butcher’s Crossing is een Bildungsroman die zich focust op de twintiger Will Andrews, die aan het eind van de negentiende eeuw Harvard verlaat om af te reizen naar het jagersdorp Butcher’s Crossing in Kansas. In die tijd floreert de bizonjacht en een goede huid levert vier dollar op. Veel soeps is de tijdelijke nederzetting niet.

Het is nooit helemaal duidelijk waarom Will zijn comfortabele leventje achter zich laat, ‘om op je bek te gaan’, suggereert huidenkoper McDonald. ‘Misschien wel, eerst,’ antwoordt Andrews hem. Hij slaat McDonalds aanbod voor een baan af en sluit zich in plaats daarvan aan bij jager Miller, die zijn herinneringen deelt over een enorme kudde bizons in een verborgen vallei. Andrews besluit de expeditie te sponsoren van een erfenis. Miller neemt zijn vaste maatje Charley de Hoge mee als kok en zoekt een viller. Gevieren gaan ze op zoek naar de vallei die Miller tien jaar daarvoor heeft ontdekt.

American Dream

Dit is de ‘American dream’ in een van zijn vele variaties, waar, veel meer nog dan het grote geld, de belofte lokt. Williams grossiert in het omschrijven van niets, want wat doet het viertal nu helemaal? Het maakt een wekenlange reis door een kaal landschap, om vervolgens in de vallei een massale slachting aan te richten en er, gedreven door Millers wil om álle duizenden bizons van hun huiden te ontdoen, maandenlang ingesneeuwd te raken.

De slachting is van barbaarse proporties; alleen de huiden zijn geld waard en de vallei vult zich al snel met duizenden bizonkarkassen. De western wordt daarmee ontdaan van zijn romantiek. ‘De wind en de zon zullen je gezicht verharden. Je handen zullen niet langer zacht meer zijn,’ vertelt een van de hoertjes uit Butcher’s Crossing aan Andrews. Na  zijn reis zal hij inderdaad nooit meer dezelfde zijn.

Eind van de rit

Net als zijn voorganger doet ook Butcher’s Crossing het uitstekend in de bestsellerlijsten. Volledig verdiend, want Williams schrijft prachtig: ingetogen en sober. Hij beschrijft de zanderige verveling van de eindeloze woestenij waar Andrews en zijn compagnons doorheen trekken net zo nauwgezet als de spanning van de jacht of de uitzichtloosheid van een ingesneeuwde winter. Vakmanschap.

Veel schrijvers bereiken nooit de roem, maar Williams krijgt na zijn dood een nieuwe kans, waar hij bij leven slechts enkele duizenden boeken verkocht. De auteur heeft nog één ander boek geschreven dat uitgeverij Lebowski aan zijn postume opmars kan toevoegen. In Augustus, chronologisch zijn laatste roman, schrijft hij over het Romeinse keizerrijk. Het is te hopen dat dit tweede leven voor zijn romans langer voortduurt dan hun eerste. Het is hem gegund.