Boeken / Fictie

Tanende wellust

recensie: The Fourth Hand

.

~

Wederom wordt een nieuwe roman van John Irving als eerste uitgegeven in Nederland. In 1998 was dat het geval met Widow For One Year en nu dan met The Fourth Hand. Volgens Robert Ammerlaan is dit een aardigheidje van Irving, omdat hij nou eenmaal een zwak heeft voor Nederland. Zodoende ligt The Fourth Hand een maand eerder in de winkels dan in de rest van de wereld.

Patrick Wallingford is een knappe televisie journalist, die met alle denkbare vrouwen het bed heeft gedeeld. Hij werkt voor een TV zender welke dol is op het verslaan van raar nieuws. Wanneer hij op en dag naar India wordt gestuurd om verslag te doen van trapezeartiesten die weigeren gebruik te maken van een valnet gebeurt er een ernstig ongeluk.

Op het moment dat Wallingford met zijn microfoon in de buurt van de leeuwenkooi komt, grijpt de leeuw zijn hand en dat betekent het einde van zijn hand. Maar zeer zeker niet voor zijn roem. De aanval van de leeuw was wereldwijd te bewonderen op de televisie en zodoende is hij niet langer Patrick Wallingford maar: “the lion guy.”

Ondank zijn bekendheid, wenst Patrick toch wel een nieuwe hand. Maar handtransplantaties zijn nog geen gemeengoed. Dr. Zajac is een top chirurg en naarstig op zoek naar roem. Zijn grootste droom is als eerste een succesvolle handtransplantatie uit te voeren. Hij zal de geschiedenisboeken ingaan als de grondlegger van de handtransplantatie. Op persoonlijk gebied is het eerder redden wat er te redden valt. Hij is gescheiden van een kreng van een wijf, die niet alleen zijn zoontje tegen hem opzet, maar ook nog een met zijn collega er vandoor gaat. Bovendien heeft hij een hond, genaamd Medea, die zijn eigen stront opeet. Vullen we hier nog een wulpse assistente aan toe en we hebben de ingrediënten voor heel wat kommer en kwel.

Maar zonder donorhand geen handtransplantatie. Wanneer Doris Clausen het ongeluk van Wallingford op het nieuws ziet weet ze wat er moet gebeuren; Wallingford moet de hand van haar man krijgen! Ze neemt meteen contact op met de chirurg om de hand van haar man aan te bieden. Otto Clausen begrijpt dit alles niet echt goed. Hij is toch nog niet dood? Waarom Wallingford en geen andere handloze stumper? Of wil Doris hem dood hebben? Dit lijkt niet het geval te zijn, maar hoe meer Doris er over praat, des te banger Otto wordt. Zijn liefde voor Doris is zeer groot, en lijkt wederzijds te zijn.

~

Op de zondag van de superbowlfinale schiet Otto zichzelf per ongeluk (of niet?) dood. Als uit het niets is er een donorhand beschikbaar. Doris staat er op zelf de hand naar het ziekenhuis te begeleiden en Wallingford te ontmoeten. Daar eist ze niet alleen een omgangsregeling met de hand, maar om het feest compleet te maken…een kind in ruil voor de hand! Wallingford gaat akkoord met deze absurde eis, en raakt meer dan onder de indruk van Doris Clausen.

Met zijn nieuwe hand probeert Wallingford zijn leven weer op te pakken, maar alle verhoudingen lijken verschoven te zijn. De humor van het absurdistische laat Irving grotendeels varen in het tweede deel van het boek. Met het afsterven van de transplantatiehand sterft het boek ook. Het boek komt over als een mengeling van twee mogelijke romans. Enerzijds een roman over de gevolgen van donoren, nabestaanden en hun omgang ermee. Anderzijds een opgeblazen roman over seksuele verlangens veroorzaakt door schoonheid, kunnen en bijzondere persoonlijkheden. Irving slaagt er naar mijn mening niet in een coherent geheel te maken van zijn materie. De veelgeroemde stijl van Irving kan hier wel eens de schuldige van zijn. Door alles in geuren en kleuren te vertellen maakt hij inbreuk op de implicitiet van de tekst. Samen met een teveel aan onderwerpen verliest het boek veel van zijn waarde. Irving sneeuwt zijn thematiek onder met zijn eigen stem.