Boeken / Fictie

Het meisje met de wilde haren

recensie: Jessica Meijer - Een blik jodenkoeken

Er zijn al veel boeken geschreven over de alleskunner Ischa Meijer. Bekende en minder bekende Nederlanders geven in deze werken hun visie op zijn leven. Nu is er nieuwe invalshoek: dochter Jessica Meijer vertelt over haar leven met, maar vooral zonder, haar vader.

In maar liefst 294 pagina’s beschrijft Meijer haar tumultueuze jeugd in Amsterdam. Maar wie denkt dat Een blik jodenkoeken meer vertelt over de donkere – vooral niet vaderlijke – kant van Ischa Meijer of wie op zoek is naar de juicy details, komt bedrogen uit. Het boek is een uiterst gedetailleerde en vooral saaie beschrijving van een Amsterdamse puber die worstelt met de afwezigheid van haar vader. Dat hij beroemd is, maakt het verhaal misschien iets smeuïger maar niet perse boeiender.

I.M.
Een blik jodenkoeken begint bij de eerste ontmoeting tussen Ischa en de moeder van Jessica. Wat volgt is een kortstondige relatie die hevig en gepassioneerd uit elkaar klapt. Voortgekomen uit een gedoemde relatie, leeft Jessica de eerste paar jaar van haar leven zonder vader.

Als ze vier jaar is, ziet ze haar vader voor het eerst. Ze merkt al snel op dat ze zijn aandacht niet alleen moet delen met Connie Palmen, maar ook met de rest van Nederland. Na zijn dood wordt dat alleen maar erger en er lijkt voor Jessica geen plaats te zijn in het collectieve rouwproces. Haar emoties verdwijnen tussen alle tv-programmas en artikelen. Uiteindelijk worden deze compleet overschaduwd na de uitgave van het boek I.M. van Connie Palmen:

Bovendien kan ik er nog steeds niet bij dat Connie zich aan de ene kant voordeed als een soort beschermer van mij, maar dat zij tegelijkertijd zonder enige waarschuwing dit boek publiceerde.

Nee, makkelijk heeft ze het niet. In reactie op de belangstelling voor haar vaders dood, door heel bekend en onbekend Nederland, kruipt ze in haar schulp en kropt ze al haar emoties op.

De wilde jaren
Gevolg is dat Jessica op de middelbare school flink de beest uithangt. Drinken leidt tot roken, roken leidt tot drugs en drugs leiden tot niet eten. Vriendjes leiden tot seksuele escapades met Jan en alleman en ga zo maar verder. Nu, achttien jaar na de dood van haar vader, schrijft ze over dit verdriet en de gevolgen daarvan.

Maar wat een mooie schets van een moeizame vader-dochter relatie kon zijn, is in werkelijkheid een saaie, gedetailleerde uiteenzetting van een paar jaar uit het leven van een verward pubermeisje in Amsterdam Oud-Zuid. De beschrijvingen van haar reis door Azië van dag tot dag zijn – naast de talloze uitgebreide beschouwingen over haar schoolpleinervaringen of haar moeizame gesprekken met vriendinnen – te veel van het goede. Deze zaken leiden af van de kern van het boek: haar eigen rouwverwerking en de relatie met haar vader. Of interessanter, de moeizaamheid van het opbouwen van een relatie met een bekende vader en hoe het mogelijk is te rouwen als heel Nederland een plekje opeist.

Naast het feit dat het verhaal regelmatig afdwaalt van de kern, is het boek bovendien stilistisch niet sterk. De alineas hangen van opsommingen aan elkaar en de zinnen lijken niet natuurlijk in elkaar over te vloeien. De zinnen gaan letterlijk van de hak op de tak. Neem dit, samen met de oninteressante, veel te gedetailleerde inhoud van het boek en je kan al snel concluderen dat het verhaal niet uit de verf komt. Wat jammer is, Een blik jodenkoeken had zoveel meer kunnen zijn…