Boeken / Non-fictie

Twee werelden, één boek

recensie: Jeroen Swolfs - Streets of the world: Azië

Eén fotograaf. Vijf jaar. Alle hoofdsteden van de wereld. Dat is Streets of the world van Jeroen Swolfs. Van alle hoofdsteden in de wereld wil hij de belangrijkste straat fotograferen en zo een totaalbeeld vormen van de hedendaagse mens.

Streets of the world geeft niet alleen een beeld van de stand van zaken in de hedendaagse wereld, het geeft ook inzicht in de belevingswereld van fotograaf Jeroen Swolfs. En daarmee is zowel een pluspunt als een minder positief aspect van het boek benoemd. Soms weet je als lezer niet waar het nu precies om draait.

Boeiende landen en seksuele contacten
Gaat dit boek over het portret van de wereld dat uit de foto’s en verhalen van de fotograaf tevoorschijn komt, of gaat dit over het (liefdes)leven van Jeroen Swolfs zelf? Het is niet altijd eenduidig aan te geven en dat werkt verwarrend. De wisselende seksuele contacten van de fotograaf leiden nog al eens af van de situatie van het land waarin hij zich op dat moment bevindt.

Vaak is er wel degelijk iets boeiends of fascinerends te vertellen over de landen die Swolfs bezoekt, en dat doet hij dan ook regelmatig. In dit eerste deel uit een reeks bezoekt hij de Aziatische regio en dat levert voldoende stof op om bijna driehonderd bladzijden te vullen met ervaringen. Van bekende tot vrijwel onbekende, van grote tot kleine landen: ze komen allemaal aan bod.

Pareltjes in een wereldse hooiberg
Over de bekende toeristenlanden zoals Thailand, de grote wereldmachten zoals China, en zelfs gesloten dictaturen zoals Noord-Korea is al het nodige bekend. Maar hoeveel mensen zijn op Palau, Tarawa of Nauru geweest? Of neem nu bijvoorbeeld Tuvalu. Een eilandje waar de landingsbaan van het vliegveld ongeveer het hele eiland in twee helften verdeeld. Tussen de spaarzame landingen door wordt de landingsbaan gebruikt als sport- en recreatieveld; daar waar zojuist nog een vliegtuig landde wordt nu een potje volleybal gespeeld, compleet met de bijbehorende netten.

Het zijn deze kleine onontdekte pareltjes die het lezen van Streets of the world aangenaam maken en je doen verlangen naar je reiskoffer. Niet in de laatste plaats door de bijbehorende foto’s van Swolfs. Elk hoofdstuk, oftewel elke nieuwe bezochte hoofdstad, is voorzien van een QR-code. Door deze te scannen word je doorverwezen naar de bijbehorende pagina op de Streets of the world-site. Hier kun je de door Swolfs gemaakte foto bekijken en zijn bijbehorende blog lezen. Een leuke multimediale toepassing van een uniek project.

Persoonlijke keuzes, drank en vrouwen
Maar daarnaast is er zoals gezegd het persoonlijke relaas van de fotograaf. Er is niets mis met enige achtergrondinformatie over de man die dit project bedacht en gestart heeft. Het is boeiend om te lezen welke moeite hij heeft moeten doen om de (commerciële) wereld te overtuigen te investeren in dit grootse project. Maar na de zoveelste drank- en neukpartij ben je er wel klaar mee. Je wilt weten hoe de situatie in een land is, niet hoe die in de broek van de fotograaf is. Je wilt lezen over culturele en politieke achtergronden. En niet over het feit dat deze keer het strand de achtergrond is van een vrijpartij met een plaatselijke schone.

Wat wil Jeroen Swolfs nu eigenlijk met dit project? Wil hij echt ons begrip van de hedendaagse wereld verbeteren door ons te wijzen op de verschillen en overeenkomsten tussen de diverse landen? Of wil hij gewoon betaald in verre oorden een drankje en een meisje doen? Als Jeroen Swolfs in zijn volgende boek (over Amerika) zijn focus wat meer houdt op de landen en wat minder op zichzelf, dan heeft hij een gouden formule in handen. Want nu is het toch stiekem een beetje zilver.