Boeken / Fictie

Correspondent tussen oorlog en intelligentsia

recensie: James Meek (vert. Mea Flothuis) - We zetten nu de afdaling in

De Britse verslaggever en romancier James Meek heeft inmiddels een veelzijdig oeuvre geproduceerd. Hij heeft niet alleen een aantal belangwekkende reportages over Irak en Guantanamo Bay op zijn naam staan, maar van zijn hand zijn inmiddels ook een zestal romans en verhalenbundels verschenen. De alom bejubelde roman Uit liefde van het volk (2005) is hiervan de bekendste. Sinds kort is zijn nieuwste roman We are now beginning our descent in vertaling beschikbaar.

.

Evenals Uit liefde van het volk maakt Meek in We zetten nu de afdaling in volop gebruik van zijn ervaringen als journalist. Werd die eerste roman gecomponeerd rondom een aantal eigenaardige verhalen waarmee Meek in aanraking kwam in zijn tijd als verslaggever in Rusland, zijn nieuwe boek is gebaseerd op zijn journalistieke ervaringen in Irak. We zetten nu de afdaling in is het verhaal van de oorlogscorrespondent Adam Kellas die behalve in Irak ook in Afghanistan opereert. Het vertelt over zijn relatie tot medeverslaggever Astrid, zijn verhouding tot de intelligentsia van Londen en New York, zijn teleurstelling in de literatuur en over zijn wens om rijk en beroemd te worden met schrijven.

Het vreemde

Ook al staat de journalist Meek aan het begin van beide romans, toch zijn het twee volstrekt verschillende boeken geworden. Een van de redenen hiervoor is de verschillende setting. In Uit liefde van het volk wordt de lezer een hem volstrekt onbekende Russische wereld ingevoerd met absurde verhalen over castraten en kannibalen. Dankzij deze verhalen weet de roman door een prachtige en spannende compositie een ervaring van vreemdheid op te roepen. We zetten nu de afdaling in speelt zich in een veel bekendere wereld af: te midden van Londense en New Yorkse intelligentsia en in oorlogsgebieden waarover wij dagelijks in het nieuws horen. Juist deze andere setting zorgt ervoor dat Meek er in deze roman nauwelijks in slaagt om de vreemdheid van de Afghaanse en Irakese wereld op te roepen. Meek beweert wel dat de journalisten in die streken nauwelijks weet hebben van wat de gebeurtenissen betekenen voor de lokale bevolking, maar de vreemdheid en ontheemdheid van de journalist worden nergens beklemmend of levensecht.

Een ander belangrijk verschil is dat het liefdesverhaal en de karakterontwikkelingen van de protagonisten de spil zijn van Meeks nieuwe roman. Ook in Uit liefde van het volk was er sprake van een liefdesverhaal, maar die liefde was duidelijk ondergeschikt aan de verborgen geschiedenis van deze liefde die in het verhaal langzaam werd onthuld. In deze roman was al duidelijk dat Meeks meesterschap niet betrekking had op karakters en karakterontwikkeling. In zijn recente roman, waar een dergelijke ontwikkeling centraal staat, wordt dat onvermogen dan ook een storende factor. Kellas, Astrid en de overige figuranten overtuigen niet en hun onderlinge relaties zijn eigenlijk clichématig. Zo gaat de relatie tussen Kellas en M’Gurgan terug op de vraag wat een schrijver hoort te doen: dient hij te schrijven voor de literatuur of voor de roem en de rijkdom? Kellas heeft tot het laatste besloten, terwijl M’Gurgan, die ook ooit aankondigde een bestseller te willen schrijven, zich blijft wijden aan de Literatuur. De relatie tussen beide karakters ontstijgt echter nergens deze tegenstelling. Daarmee zijn Kellas en M’Gurgan eerder typen dan karakters.

Wanneer je een boek van het kaliber van De liefde van het volk gelezen hebt is het vrijwel onmogelijk om niet meer zeer hooggespannen verwachtingen de opvolger open te slaan. De teleurstelling die toeslaat wanneer het nieuwe boek niet in staat is om aan deze verwachtingen te voldoen leidt wellicht te gemakkelijk tot een al te streng oordeel. Maar zelfs wanneer je je oordeel zo voorzichtig mogelijk velt, dan valt er aan één conclusie niet te ontkomen: Meek weet met We zetten nu de afdaling in niet te overtuigen en heeft met dit boek slechts een middelmatig product afgeleverd.

Lees ook het eerder verschenen interview met James Meek, naar aanleiding van zijn roman Uit liefde van het volk.