Boeken / Fictie

Psychedelische fragmentatiebom

recensie: James Ellroy - Het knekelhuis

De naam James Ellroy doet in boekminnend Nederland misschien niet meteen een belletje rinkelen, maar deze Amerikaanse schrijver van misdaadromans heeft al menig succes weten te boeken. Zo hebben velen bijvoorbeeld de film L.A. Confidential met onder anderen Kim Basinger en Kevin Spacey mogen aanschouwen. Deze film is gebaseerd op Ellroy’s gelijknamige boek.

James Ellroy
James Ellroy

Tevens is deze man jaren actief geweest voor het Amerikaanse mannenblad GQ. Veertien verhalen die eerder in dat blad verschenen zijn nu gebundeld in Het knekelhuis. Alle veertien hebben ze een sterke band met de misdaad in en rondom Los Angeles, en zijn ze daarnaast voorzien van een overduidelijk Ellroy-jasje: jeugdherinneringen, politieverslagen en journalistieke verslagen over onopgeloste moordzaken wisselen elkaar af. De verhalen zijn daarbij geschreven in Ellroys bekende rauwe stijl.

Kort en heftig

De stijl van Ellroy laat zich nog het best omschrijven als een psychedelische fragmentatiebom. Zijn zinnen zijn kort en ontdaan van alle franje. In een hoog tempo wisselen ideeën, feiten en gebeurtenissen elkaar af, nergens is tijd voor bezinning. Nooit krijg je als lezer de mogelijkheid om even tot rust te komen en alles op je te laten inwerken. Het verbale geweld raast verder.

Daar is Stephanie Gorman. Ze zit op de grond. Ze zit op haar knieën. Ze leunt tegen de muur aan de oostkant. Ze bevindt zich bij de poot van het bed aan de oostkant. Ze is halfnaakt. Haar onderlichaam is ontbloot. Ze draagt een gebreid topje en beha. Die zijn in het midden opengesneden met een mes. Het topje hangt los. De beha hangt langs haar hals en schouders.

Bovenstaand fragment is afkomstig uit het verhaal Stephanie en geeft duidelijk de afstandelijke stijl van Ellroy weer. Het betreft hier dan wel zogenaamd een beschrijving van een plaats delict uit een politierapport, het is kenmerkend voor het gebrek aan emotionele verbintenis die de schrijver wil aangaan met het geschrevene. Het gaat hier tenslotte wel om een moord die, zoals later blijkt, een cruciale rol zal spelen in het leven van de hoofdpersoon van het boek (een fictieve versie van Ellroy zelf).

Alliteratie-afwijking

~

Naast de rauwheid, de heftigheid van het proza kennen de veertien verhalen nog een ander opvallend en herhaaldelijk terugkerend element: alliteratie, ofwel het beginrijm dat we allemaal zo goed kennen van de
Suske en Wiske-albums. Maar waar bij de striphelden gestopt wordt met allitereren na de titelpagina, gaat Ellroy er helaas tot in den treure mee door. Als het alleen nog maar zou gaan over de uitgaansgelegenheden, zoals Linda’s Little Log Cabin, Biff’s Boiler Room, Mary’s Munnchbox en Florence’s Flame, dan viel er nog wel mee te leven. Maar het merendeel van de personages heeft ook een allitererende naam: Ruwe Randy, Rico Ricondo, Daisy Delgado en Donna Donahue bijvoorbeeld. Het wordt pas echt irritant doordat het in tachtig procent van de zinnen wordt toegepast. Een zin als “Hij frunnikte met filmblikken en catalogiseerde cassettes.” is eerder regel dan uitzondering.

Leesplezier

Ellroy heeft een groot aantal historische feiten in zijn verhalen verweven, zoals het rumoer rondom het SLA (Symbionese Liberation Army) en de moord door acteur Robert Blake. Een en ander wordt daarbij ondersteund door originele foto’s van verdachten, executieruimtes en betrokkenen; zaken die het geheel een authentieke glans verlenen. Door deze verbondenheid met de realiteit krijgen de verhalen net dat kleine beetje extra. Het is dan ook erg jammer dat die onverbeterlijke voorliefde voor alliteraties het leesplezier uiteindelijk behoorlijk vergalt. Na weer een volzin met overdadige opzetjes valt het je steeds lastiger om je op de inhoud te concentreren in plaats van op de vorm. Verhalende vormen, vormen geen verhalen en zinloze zinnen geven geen zin aan lege liturgieën. Tenminste, dat zou Ellroy toch moeten weten.