Boeken / Non-fictie

De werkelijkheid interesseert me niet

recensie: Jürgen Trimborn (vert. Els Franci en Janet van der Lee) - Leni Riefenstahl: een Duitse carrière

.

Of we dat nu leuk vinden of niet, de documentaires van Leni Riefenstahl behoren tot het culturele erfgoed en vormen zelfs de basis voor de moderne sportverslaggeving – jazeker, sommige cameratechnieken, montagesprongen en perspectieven die nu schering en inslag zijn, werden rechtstreeks uit haar meesterwerken Triumph des Willens (1934) en Olympia (1936) geplukt. Jong en oud zijn dus op die manier al, zij het indirect, met het visuele talent van deze controversiële dame in contact gekomen. Meer nog, ook in de mainstream filmgeschiedenis werd op meer dan één moment verwezen naar haar oeuvre. Wat te denken van de oorlogsbeelden die Alex tijdens zijn therapie in A Clockwork Orange krijgt voorgeschoteld? Die komen rechtstreeks uit Triumph des Willens. De choreografie van de hyena’s in Disney’s The Lion King? Een directe, zij het onschuldige en goed geïntegreerde, hommage aan de briljante composities van de cineast.

Riefenstahl in 1932
Riefenstahl in 1932

Boetseren
Riefenstahl is op zijn minst een beladen figuur te noemen, die het beste (creativiteit, ambitie) en slechtste (machtsmisbruik, racisme) van de mens in zich verenigt. Zelf heeft deze dame, die in 2002 op 101-jarige leeftijd overleed, het de historici en criticasters niet gemakkelijk gemaakt door tot op het einde vol te houden dat zij van de wantoestanden niet op de hoogte was en enkel oog had voor haar kunst. Daarin schuilt de grote verdienste van deze monografie: Jürgen Trimborn toont overtuigend aan dat Riefenstahl héél goed wist wat er aan de hand was in het Derde Rijk, en dat ze allerminst het heilig boontje was dat zij in de spiegel zag. Voortdurend misbruikte ze de spreekwoordelijke hand die haar door Hitler boven het hoofd werd gehouden, terwijl ze door haar lens en in haar omgeving een idealistische wereld boetseerde, die in niets op het echte leven leek.

Zo bleek bijvoorbeeld dat voor het door Riefenstahl geregisseerde Tiefland-project, de verfilming van Hitlers lievelingsopera in 1940, talloze Roma- en Sinti-zigeuners uit diverse strafkampen werden gedwongen als figuranten op te treden. Dan kun je bezwaarlijk beweren dat je van het bestaan van dergelijke kampen niets afwist.

Haar bescherming op het hoogste niveau – Riefenstahl moest enkel aan Hitler verantwoording afleggen, dus niet eens aan propagandaminister Goebbels – maakte van deze reeds ijdele dame bovendien een megalomane überregisseur: toen bleek dat bepaalde opnames van de beroemdste scène uit Triumph des Willens minder geslaagd waren (de herdenking van de doden in de Luitpoldhain, ook de bewuste scène uit A Clockwork Orange), stelde ze Hitler botweg voor om de congreszaal in de studio na te bouwen voor nieuwe opnames. Ze kreeg haar zin.

Werkelijkheid
Ook na de oorlog, Riefenstahl wist tot viermaal toe vrijgesproken te worden voor oorlogstribunalen, maakte ze de fout te willen idealiseren. Ze stortte zich op natuurfotografie maar miskende daarbij de realiteit waarin die was ingebed. Over haar expedities in het door geweld geteisterde Sudan schrijft Trimborn het volgende:

Het feit dat er tussen 1955 en 1972, de periode waarin de meeste foto’s zijn genomen, een burgeroorlog woedde die aan anderhalf miljoen Sudanezen het leven heeft gekost, heeft Riefenstahl niet belet beelden te produceren van een veilige, vreedzame wereld. Ook hier richtte ze haar lens uitsluitend op de mooie onderwerpen waarin ze geïnteresseerd was en sloot ze haar ogen voor de wrede werkelijkheid die alles omgaf – getrouw aan het motto dat haar hele leven had beheerst: “De werkelijkheid interesseert me niet”.

Doorheen dat nietsontziende karakter en de bereidheid mensen als trapladder te gebruiken om zelf hoger te geraken, schemert echter een loepzuivere ambitie die hoe dan ook om het respect van de lezer vraagt. Zo haalde deze dame op 72-jarige leeftijd nog haar duikbrevet, omdat ze per se aan onderwaterfilms wilde beginnen. Ze loog over haar leeftijd, ze beweerde 52 te zijn, omdat ze anders niet aan het examen zou mogen deelnemen.

Geen schandpaal
Trimborn is dus verstandig genoeg om van zijn boek geen papieren schandpaal te maken. Hoewel hij duidelijk aantoont hoe geslepen en opportunistisch deze voormalige danseres/actrice was, hij heeft vooral aandacht voor het boeiende en bochtige leven dat ze leefde en het dubbele etiket (genie en monster) dat als een voortdurend merkteken op haar persoon kleefde.

De auteur start met het enorme voordeel dat zijn onderwerp al boeiend op zich is, maar hij kwijt zich voorbeeldig van zijn taak dit allemaal in een heldere monografie te gieten zonder de zin voor kritiek te verliezen.